China roept op tot steun over Xinjiang-rapport op U.N.-rechtenvergadering

China heeft dinsdag een rapport aangevallen dat het Bureau voor de rechten van de mens van de V.N. (OHCHR) had uitgegeven over vermeende misbruiken in Xinjiang en heeft een verklaring voorgelezen die gesteund werd door een twintigtal andere landen en waarin het orgaan van de V.N. bekritiseerd werd voor het vrijgeven van het rapport en gezegd werd dat het niet het recht had om dat te doen.

Maar de eerste steun voor de zogenaamde gezamenlijke verklaring van Peking in de Mensenrechtenraad van de V.N. was dunner dan sommige waarnemers hadden verwacht - een feit dat de critici van China zou kunnen aanmoedigen.

In het rapport van 31 augustus, waarvan China de V.N. had gevraagd het niet te publiceren, staat dat er "ernstige schendingen van de mensenrechten zijn begaan" en dat de detentie van Oeigoeren en andere moslims in de Chinese regio Xinjiang misdaden tegen de menselijkheid kan vormen. China ontkent krachtig elk misbruik.

De democratieën zijn nu aan het nadenken over een mogelijke historische motie tegen China, met inbegrip van een mogelijk onderzoeksmechanisme op een lopende vergadering van de Raad van Genève als resultaat, vertelden diplomaten aan Reuters. De Verenigde Staten, Canada en de Europese Unie behoorden tot degenen die de bevindingen over Xinjiang verwelkomden en hun bezorgdheid uitten tijdens de dinsdagzitting van de Raad, waar de landen het rapport voor het eerst bespreken.

Maar Chen Xu, de ambassadeur van China, verwierp het als een foutieve "laster" en zei dat het op leugens gebaseerd was.

"Wij maken ons ernstig zorgen over het feit dat het OHCHR, zonder toestemming van de Mensenrechtenraad, en zonder toestemming van het betrokken land, de zogenaamde beoordeling over Xinjiang, China, heeft vrijgegeven...," zei hij in een aparte gezamenlijke verklaring.

Een ambtenaar van de VN-Raad zei dat tot nu toe 21 landen die verklaring hadden ondertekend, waaronder Egypte en Pakistan.

Uit een telling van Reuters bleek echter dat slechts zeven van de landen die de kant van China kozen, momenteel een stem hebben in de 47 leden tellende Raad, waar resoluties een meerderheid nodig hebben om aan te nemen.

"Daar zullen ze niet blij mee zijn," zei een diplomaat.

Landen die eerder hun steun aan China hebben betuigd in mensenrechtenkwesties en die niet op de huidige lijst stonden, waren onder andere Nepal, Nigeria, Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten, hoewel zij later zouden kunnen toetreden aangezien de lijst open blijft.

"Het verslag van de V.N. heeft het voor veel landen, vooral moslimlanden, moeilijk gemaakt om te zwijgen..." zei Raphael Viana David van de Internationale Dienst voor de Mensenrechten.

Er is zwaar campagne gevoerd door zowel China als de westerse landen over het Xinjiang-rapport, zeiden diplomaten.

"Er is bij iedereen gelobbyd," zei een diplomaat, die zei dat zijn land geen van beide partijen zou steunen.