Er zijn geen overdekte ijsbanen in gebruik in de roeststad Anshan, dus hebben deze amateurspelers het heft in eigen handen genomen - en wel op een nabijgelegen bevroren vijver.

Zij schrapen elke dag het oppervlak van de vijver af, voordat zij hem laten vollopen met water uit een generatorpomp.

Het weer, bij min 20 graden Celsius, doet de rest.

Chu Cequan is een voormalige speler die scheidsrechter geworden is:

"Deze (ijs)baan is gebouwd door ijshockeyliefhebbers die er moeite voor gedaan hebben en geld gepoold hebben. Sommigen hebben timmerhout bijgedragen, anderen planken. Kortom, wij houden van dit spel. Iedereen is een amateur. Het is allemaal door de groep gebouwd met gebundelde fondsen."

Eenmaal in elkaar gezet, rijgen de spelers hun schaatsen aan elkaar en schieten om beurten pucks rond het ijs.

Velen zijn al meer dan drie decennia vrienden.

Zij komen uit alle lagen van de bevolking - van ambtenaren tot arbeiders en gepensioneerden.

Allen zijn verenigd in hun liefde voor de sport.

Maar die passie staat in schril contrast met de bredere onverschilligheid voor ijshockey in China.

Dat gebrek aan belangstelling wordt nog verergerd door het onopvallende mannenhockeyteam dat voor China aan de Spelen van Peking zal deelnemen.

China heeft geen professionele competitie en het Chinese team staat op de 32ste plaats op de wereldranglijst.

Het mocht pas aan de Spelen deelnemen na lang beraad over zijn relatieve bekwaamheid.

"Ik wou dat we de ijssport op gang konden krijgen. Eén (obstakel) is dat er te weinig sfeer is om dit spel in eigen land te spelen. Wij hebben geen publiek zoals de National Hockey League van Noord-Amerika. Het publiek daarvan doet actief mee en kijkt naar het spel, en het is intenser."

Voor de spelers van Anshan ging het er bij hockey echter nooit om Olympische records te breken of in een elitedivisie te spelen.

Het maken van, en het concurreren op hun geïmproviseerde ijsbaan, is gewoon een werk van liefde.