De nieuwe orders voor Amerikaanse productiegoederen zijn in maart stevig gestegen, gestimuleerd door de vraag naar commerciële vliegtuigen en motorvoertuigen, maar elders was de stijging bescheiden.

De fabrieksorders stegen met 1,6% na een stijging van 1,2% in februari, aldus het Census Bureau van het Commerce Department op donderdag. De stijging van de orders kwam overeen met de verwachtingen van economen. In maart stegen de orders met 0,3% j-o-j. Exclusief transport stegen de orders in maart met 0,5%.

De industrie, die goed is voor 10,4% van de Amerikaanse economie, wordt nog steeds beperkt door de renteverhogingen van de Federal Reserve met 525 basispunten sinds maart 2022. Uit een enquête van het Institute for Supply Management bleek woensdag dat de PMI voor de verwerkende industrie in april is gedaald naar het krimpgebied, na een kortstondige opleving in maart.

Fed-functionarissen hielden woensdag de dagrente van de Amerikaanse centrale bank ongewijzigd binnen de huidige bandbreedte van 5,25%-5,50%, waar deze sinds juli staat.

In maart stegen de orders voor commerciële vliegtuigen met 30,6%, na een stijging van 15,6% in februari. Orders voor carrosserieën, onderdelen en aanhangwagens van motorvoertuigen stegen met 1,1%. De totale transportorders stegen met 7,8%, na een stijging van 1,7% in februari.

Orders voor machines daalden met 0,1%. De orders voor computers en elektronische producten stegen met 0,7%, terwijl die voor elektrische apparatuur, apparaten en componenten ongewijzigd bleven.

De zendingen van geproduceerde goederen stegen met 0,3%, terwijl de voorraden onveranderd bleven. Onvervulde orders bij fabrieken stegen met 0,4%.

De overheid meldde ook dat de orders voor niet-defensie kapitaalgoederen exclusief vliegtuigen, die worden gezien als een maatstaf voor de bedrijfsbestedingsplannen voor apparatuur, in maart met 0,1% toenamen in plaats van met 0,2% zoals eerder was gemeld.

De zendingen van deze zogenaamde kernkapitaalgoederen bleven ongewijzigd in plaats van de vorige week gemelde stijging met 0,2%.

De orders voor niet-defensie kapitaalgoederen stegen met 5,4%, zoals aanvankelijk werd verwacht. De zendingen van deze goederen daalden met 1,7% in plaats van de vorige week gemelde 1,5%.

Deze zendingen worden meegenomen in de berekening van de component bedrijfsuitgaven voor apparatuur in het bruto binnenlands product rapport. De bedrijfsuitgaven voor apparatuur veerden in het eerste kwartaal licht op na twee kwartalen op rij te zijn gedaald. (Verslaggeving door Lucia Mutikani; Redactie door Andrea Ricci)