De overeenkomst heeft betrekking op Tsjechië, Denemarken, Hongarije, Polen, Roemenië en Zweden, aldus de ECB in een verklaring.

"Sommige banken die onder toezicht van de ECB staan, hebben dochterondernemingen in of aanzienlijke kredietrisico's ten opzichte van deze lidstaten en voeren daar een aanzienlijk deel van hun activiteiten uit," aldus de ECB.