Het Parlement moet donderdag stemmen over een partijoverschrijdend compromis dat in april werd bereikt over de ontwerprichtlijn van de EU inzake de zorgvuldigheid van ondernemingen.
Grote bedrijven die in de EU producten verkopen - zelfs bedrijven met een hoofdkantoor buiten de EU - moeten hun leveranciers controleren en maatregelen nemen als misbruik of milieuschade wordt vastgesteld.
Detailhandelaars zouden bijvoorbeeld moeten controleren of het fruit en de groenten die zij in de EU verkopen niet zijn geplukt door mensen die onder erbarmelijke omstandigheden werken of kinderarbeid gebruiken.
"Het is onmogelijk om te zeggen dat we het niet wisten", aldus Lara Wolters, de centrumlinkse wetgever die de wetgeving steunt.
Bedrijven zouden ook plannen moeten publiceren waaruit blijkt hoe zij zullen overgaan op een netto nul economie.
Maar wetgevers van centrumrechtse en rechtse partijen zeiden in een debat op woensdag dat de regels bedrijven met administratieve rompslomp zouden opzadelen en hun concurrentievermogen zouden schaden nu ze te maken krijgen met toenemende concurrentie uit China.
"Zij kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor alles wat hun leveranciers doen", zei Ivan Stefanec, lid van de Europese Volkspartij (EVP), de grootste politieke groepering in het Parlement, tijdens het debat.
Didier Reynders, EU-commissaris voor Justitie, zei dat de GVDB een gelijk speelveld creëert voor bedrijven en de verschillende vrijwillige controles in de verschillende landen vervangt.
De Europese Commissie werd al geconfronteerd met meer politieke weerstand tegen nieuwe EU-wetten om het milieu te beschermen. Los daarvan liep de EVP woensdag de onderhandelingen over een belangrijke EU-wet ter bescherming van de natuur mis.
Voorstanders van het GVDB-compromis zeggen dat tegenstanders waarschijnlijk niet genoeg stemmen zullen verzamelen om het wetsontwerp donderdag te blokkeren of te wijzigen.
Een groen licht zou volgende maand de onderhandelingen met de EU-lidstaten over een definitief akkoord openen.
De EU-lidstaten hebben in december onderling een standpunt goedgekeurd, met een nationale optie om financiële diensten uit te sluiten.
