Of hoge prijzen van de grondstoffen die Zuid-Afrika uitvoert, waaronder goud en platina metalen, dit zouden tegengaan was nog onduidelijk, vertelde Godongwana aan Reuters in een videogesprek vanuit Washington tijdens de voorjaarsbijeenkomsten van het Internationaal Monetair Fonds.
Na de Russische inval in Oekraïne op 24 februari is de inflatie wereldwijd gestegen, vooral voor voedsel, kunstmest en brandstof, terwijl de daaropvolgende renteverhogingen door de Amerikaanse Federal Reserve en de lockdowns in China de wereldeconomie onder druk zetten.
"De energieprijzen zijn een grote bron van zorg," zei Godongwana. "Brandstofprijzen zijn alomtegenwoordig in de economie - zij duwen je voedselprijzen omhoog.... Het wordt een zorgwekkender dreiging."
Hij zei dat onderbrekingen in de havenactiviteiten van Durban, veroorzaakt door overstromingen, die 435 mensen het leven kostten en minstens 10 miljard rand ($ 640 miljoen) schade aan de infrastructuur in de provincie KwaZulu-Natal veroorzaakten, de voordelen van de grondstoffenexport zouden beperken.
"Het is nog te vroeg om de gevolgen van de overstromingen voor de bredere economie in te schatten".
De Zuid-Afrikaanse rand was dit jaar een van de best presterende valuta's ter wereld, dankzij de export van metaal, maar daalde deze week met 7% in het kielzog van de overstromingen en de ernstige stroomonderbrekingen die de economie van het land al lang afremmen.
LENINGEN CHINA-AFRIKA
De IMF-vergaderingen waren ook gericht op een gebrek aan vooruitgang met betrekking tot de kwestie van de houdbaarheid van de schuld, zei Godongwana, die de "doorbraak" verwelkomde die kwam met de toezegging van China op donderdag om toe te treden tot het crediteurencomité voor de herstructurering van de schuld van Zambia.
"China is degene geweest die de vooruitgang met betrekking tot Zambia heeft vertraagd. Ik neem het hen niet kwalijk. Hun aanpak is geweest... laten we het van geval tot geval doen," zei hij.
Godongwana beschreef China's aanpak van leningen in Afrika als "agressief", maar zei dat het misschien "verzadiging" heeft bereikt, zowel vanuit zijn standpunt als omdat de lenende landen beseffen dat de leningen even streng zijn als andere.
De Chinese bankfinanciering voor infrastructuurprojecten in Afrika daalde van 11 miljard dollar in 2017 tot 3,3 miljard dollar in 2020, volgens een rapport van het internationale advocatenkantoor Baker McKenzie.
"De reden waarom China van geval tot geval is gegaan, is dat zij als kredietverstrekker aan het Afrikaanse continent meer blootgesteld zijn dan enig ander land," zei Godongwana.
"En dat wijst erop dat het misschien een probleem is geworden voor China als geldschieter en dat het ook een probleem wordt voor de ontvangers."
Godongwana zei dat de Afrikaanse regeringen eind mei zouden discussiëren over veranderingen die zij wensen in het Common Framework, het schuldherstructureringsproces dat als reactie op de pandemie van het coronavirus door de grote economieën van de Groep van 20 (G20) is opgezet.
"Er wordt weinig gebruik van gemaakt, wat aantoont dat er een probleem is met de opzet van het beleid," zei hij.
Tsjaad, Ethiopië en Zambia hebben meer dan een jaar geleden om hulp uit het programma gevraagd, maar tot nu toe hebben zij nog niets ontvangen.
($1 = 15,6150 rand)
