Hieronder volgen enkele van hun beleidsvoorstellen.

WAT IS HET HUIDIGE BELEID?

Brazilië heeft zijn grondwet in 2016 gewijzigd om een fiscaal "plafond" in te stellen waarbij de uitgaven van de federale overheid slechts evenveel mogen stijgen als de inflatie in het voorgaande jaar.

De financiële markten hebben het constitutionele uitgavenplafond de afgelopen jaren beschouwd als het belangrijkste begrotingsanker van Brazilië, maar politici uit het hele spectrum bekritiseren het als een budgettair keurslijf tijdens economische crises.

Het Congres heeft onder Bolsonaro een half dozijn keer uitzonderingen en wijzigingen gemaakt op het uitgavenplafond, waardoor de geloofwaardigheid van de regel volgens veel economen is aangetast.

WAT STELT BOLSONARO VOOR?

De president heeft herhaaldelijk uitzonderingen op het huidige uitgavenplafond gesteund en zei dat zijn minister van Economie Paulo Guedes werkt aan alternatieven die in een tweede termijn kunnen worden ingevoerd.

"Er zijn enkele wijzigingen die je kunt aanbrengen in het uitgavenplafond, zoals het team van Paulo Guedes heeft voorgesteld. Maar dat zullen we na de verkiezingen bespreken", zei hij in een interview in juni.

Guedes zei vorige maand dat het uitgavenplafond moet worden gewijzigd, zodat bijvoorbeeld inkomsten uit de privatisering van staatsbedrijven kunnen worden gebruikt voor de financiering van uitgebreide welzijnsprogramma's.

Er zijn twee belangrijke voorstellen in ontwikkeling bij het ministerie van Economie, volgens ambtenaren die om anonimiteit vroegen om ze te bespreken. In beide voorstellen wordt de overheidsschuld boven het bruto binnenlands product (bbp) gesteld als begrotingsanker voor de middellange termijn om meer begrotingsflexibiliteit op korte termijn mogelijk te maken.

Volgens een voorstel van het ministerie van Financiën zouden de overheidsuitgaven een bepaald bedrag boven de inflatie mogen stijgen zolang de bruto overheidsschuld onder een bepaald percentage van het bbp blijft.

Het speciaal advies van het ministerie voor economische studies heeft een flexibeler alternatief voorgesteld, waarbij de overheidsuitgaven boven de inflatie zouden kunnen groeien, afhankelijk van zowel het tempo van de economische groei als de bruto schuldquote. De regel zou ook ruimte bieden voor meer uitgaven in geval van een recessie, ongeacht het niveau van de overheidsschuld.

WAT STELT LULA VOOR?

Lula, de linkse uitdager van Bolsonaro, is explicieter geweest in zijn kritiek op het huidige uitgavenplafond. Maar hij was terughoudend toen hem gevraagd werd welke nieuwe begrotingsregels hij zou voorstellen.

"Ik ben tegen het uitgavenplafond", zei hij vorige maand tegen een bijeenkomst van economen. "Als je verantwoordelijk bent, heb je geen uitgavenplafond nodig."

Economen van Lula's Arbeiderspartij kijken naar twee belangrijke voorstellen die meer overheidsuitgaven mogelijk maken om de economische groei te stimuleren, terwijl ze toch een verbintenis tot begrotingsdiscipline tonen, zo vertelden twee hoge medewerkers aan Reuters.

Het ene voorstel betreft een streefbereik voor het primaire overschot van Brazilië, zodat de regering meer kan uitgeven bij een economische neergang. Momenteel ligt de primaire begrotingsdoelstelling vast, waardoor de regering minder mogelijkheden heeft om een anticyclisch beleid te voeren.

Een tweede voorstel zou de groei van de uitgaven beperken tot de inflatie plus een andere, niet nader genoemde indicator, zodat de overheidsuitgaven reëel kunnen stijgen.

Lula reageert ook op vragen over budgettaire verantwoordelijkheid door te wijzen op zijn staat van dienst als president. Tijdens zijn presidentschap van 2003-2010 boekte Brazilië elk jaar een begrotingsoverschot, deels dankzij de hoge prijzen van de export van grondstoffen.

Onder zijn opvolger, voormalig president Dilma Rousseff van de Arbeiderspartij, waren de overheidsuitgaven uiteindelijk echter hoger dan de inkomsten. Een golf van leningen door staatsbanken deed ook afbreuk aan de geloofwaardigheid van de begroting en droeg uiteindelijk bij tot een diepe recessie.

Rousseff werd in staat van beschuldiging gesteld wegens het overtreden van de begrotingsregels. Haar opvolger, voormalig president Michel Temer, paste het grondwettelijke uitgavenplafond van het land toe om het begrotingsbeleid opnieuw te verankeren.