De protestbeweging van de vakbonden is een test voor het vermogen van Macron om veranderingen door te drukken in zijn tweede termijn.

WAT STAAT ER IN HET PLAN?

* De pensioenleeftijd wordt twee jaar opgeschoven naar 64 jaar. De verandering zal geleidelijk plaatsvinden, met een verhoging van drie maanden per jaar vanaf september, tot 2030.

* Vanaf 2027 moeten werknemers 43 jaar in plaats van 42 jaar socialezekerheidsbijdragen betalen om een volledig pensioen te ontvangen. Het extra jaar was al voorzien in een hervorming van 2014, maar Macron versnelt het overgangstempo.

* Gegarandeerd minimum pensioeninkomen van niet minder dan 85% van het netto minimumloon, of ruwweg 1.200 euro per maand op het huidige niveau, voor nieuwe gepensioneerden. Na het eerste jaar van pensionering zullen de pensioenen van degenen die een minimuminkomen ontvangen, geïndexeerd worden aan de inflatie. De regering verwacht de inkomens van degenen die nu al de laagste pensioenen ontvangen, naar boven bij te stellen.

* Overheidswerknemers in banen die als lichamelijk of geestelijk zwaar worden beschouwd, behouden het recht op vervroegd pensioen, hoewel hun pensioenleeftijd met hetzelfde aantal jaren zal worden verhoogd als die van de rest van de beroepsbevolking.

Politieagenten, rioolreinigers, gevangenisbewakers en luchtverkeersleiders behoren tot degenen die momenteel op 52-jarige leeftijd met pensioen kunnen gaan.

* Het einde van een groep van een dozijn zogenaamde "speciale regelingen" met verschillende pensioenleeftijden en uitkeringen die momenteel gelden voor onder andere spoorwegpersoneel, elektriciteits- en gasmedewerkers en personeel van de centrale bank.

Deze verandering geldt alleen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Bestaande werknemers in deze sectoren behouden hun voordelen.

De "speciale regelingen" voor zeelieden en artiesten van de Parijse Opera blijven echter bestaan.

* Een "seniorenindex" naar het voorbeeld van de Franse gendergelijkheidsindex, die de vooruitgang zou meten die bedrijven boeken op het gebied van de opleiding en aanwerving van senioren.

WELKE GEVOLGEN?

* De arbeidsparticipatie onder 60-64-jarigen verhogen. In Frankrijk is de arbeidsparticipatie in deze leeftijdscategorie slechts 33% vergeleken met 61% in Duitsland en 69% in Zweden.

* De pensioenen van de armste 30% zullen volgens de regering met 2,5%-5% stijgen.

* Bruto besparingen van 17,7 miljard euro per jaar tegen 2030.

* Evenwichtige pensioenbegroting in 2030. Bestaande prognoses zonder hervormingen laten een tekort op de pensioenbegroting zien van 13,5 miljard euro in 2030.