De inflatie "zal de komende zes maanden relatief langzaam afnemen, wat betekent dat er voor ons geen urgentie zal zijn om onze restrictieve houding af te bouwen," zei Bostic in een commentaar voor de Harvard Business School Club van Atlanta.
Bostic herhaalde dat hij twee renteverlagingen van een kwart punt verwacht in de tweede helft van het jaar, maar benadrukte dat in de tussentijd de inflatie te hoog blijft - en dat het beleidspad van de Fed afhankelijk is van een verdere vertraging van de inflatie.
"Deze economie is veel sterker dan ik me 12 maanden geleden had voorgesteld, en daar ben ik echt dankbaar voor," zei Bostic, verwijzend naar een werkloosheidscijfer dat onder de 4% is gebleven gedurende de periode dat de Fed de rente met 5,25 procentpunt heeft verhoogd om de inflatie te beteugelen.
Huishoudens en bedrijven "hebben veel kunnen absorberen," zei hij.
De opmerkingen van Bostic staan haaks op de huidige sterke overtuiging onder beleggers dat de Fed de beleidsrente tijdens de vergadering in maart zal verlagen, een mening die volgens gegevens van FedWatch van de CMEGroup meer dan twee derde waarschijnlijk is.
"De inflatie is nog steeds te hoog... We moeten er dus aan blijven werken om de inflatie terug te brengen naar het 2%-niveau dat de centrale bank nastreeft", zei Bostic. De inflatie volgens de door de Fed geprefereerde prijsindex voor persoonlijke consumptieve bestedingen bedroeg in oktober 3% op jaarbasis, maar over een korte drie- en zesmaandshorizon slechts ongeveer 2,5%.
De timing van de verlagingen zal belangrijk zijn, zei hij.
De benchmarkrente van de Fed moet voldoende worden verlaagd voordat de inflatie terugkeert naar het streefcijfer, zodat de economie kan "uitlopen naar de 2%" en geen onnodige klap krijgt in de vorm van stijgende werkloosheid, zei Bostic.
"We moeten voorzichtig zijn, want mijn doel is om ons beleid zo te positioneren dat de mensen zo min mogelijk pijn hoeven te doorstaan," terwijl de inflatie weer op het streefcijfer komt, zei Bostic.
"Dat is de strategie." (Verslaggeving door Howard Schneider; Redactie door David Gregorio)
