Toespraken van BoE-gouverneur Andrew Bailey en zijn plaatsvervanger op maandag brachten het pond niet in beweging. Jon Cunliffe, de plaatsvervanger, zei dat hij niet dacht dat de verwachtingen van een aanhoudend hoge inflatie verankerd waren geraakt in het denken van bedrijven en consumenten - en dat daarom renteverhogingen om dat tegen te gaan misschien niet nodig waren.
Cunliffe is een bekende duif en was de enige beleidsmaker van de BoE die tegen het besluit van de centrale bank van 16 maart stemde om de Bank Rate van 0,5% tot 0,75% te verhogen. Na zijn toespraak op maandag handhaafden de geldmarkten hun prijsstelling van een renteverhoging met 25 basispunten in mei tot 1%.
De belangrijkste actie in de handel van de Britse munt kwam dan ook van een beweging lager in de euro, toen beleggers uit de euro verkochten nadat Westerse mogendheden zeiden dat nieuwe sancties tegen Rusland nodig waren.
Tegenover de euro steeg het pond met maar liefst 0,7% tot 83,70 pence, het hoogste peil in een week en een eind verwijderd van de laagste koers in drie maanden van 85,12 pence die donderdag werd bereikt.
Tegenover de dollar steeg het pond met 0,1% tot 1,3122 dollar, waardoor het binnen een krappe tradingrange bleef die sinds medio februari wordt aangehouden.
"Ondanks veel aandacht voor de zwaarste stijging van de kosten van levensonderhoud sinds het begin van de Britse registraties (jaren 1950), prijst de markt de BoE Bank Rate nog steeds in op 2,20% tijdens de decembervergadering later dit jaar. Die prijsbepaling van de BoE-cyclus houdt het GBP waarschijnlijk relatief goed in de aanbieding," schreven de analisten van ING, hoewel zij voorspelden dat het pond in de komende maanden tot ongeveer $1,25-$1,28 zou kunnen dalen.
Deze week is er weinig belangrijk economisch nieuws uit het VK, en de markten zullen hun aandacht richten op eventuele besprekingen over het monetaire beleid, en op de vraag hoe de financiële markten en het risicosentiment zich houden te midden van de oorlog in Oekraïne.
