Grote delen van de stad Derna werden verwoest tijdens de overstroming, nadat zware regenval van de storm Daniel door twee verouderde dammen was gezakt, waardoor hele wijken in de Middellandse Zee werden meegesleurd.
Volgens het rapport van de Wereldbank, de Verenigde Naties en de Europese Unie heeft de ramp ongeveer 1,5 miljoen mensen of 22% van de Libische bevolking getroffen en worden cijfers van het VN-humanitair agentschap OCHA aangehaald van 4.352 bevestigde doden en 8.000 vermisten.
Libië is sinds 2014 verdeeld tussen rivaliserende machtscentra die in het oosten en het westen regeren, ondanks een staakt-het-vuren dat in 2020 werd bereikt, en geschillen tussen de regering in Tripoli en de oostelijke autoriteiten bemoeilijkten de reactie op de ramp.
Volgens het rapport was de instorting van de dammen deels te wijten aan hun ontwerp, dat gebaseerd was op verouderde hydrologische informatie, en deels het gevolg van slecht onderhoud en bestuursproblemen tijdens het conflict in Libië.
Bevolkingsgroei en ontwikkeling stroomafwaarts, beperkte weersvoorspellingen in de regio en inadequate systemen voor vroegtijdige waarschuwing om evacuatie te garanderen versterkten de ramp, aldus het rapport.
Door de klimaatverandering was de kans op regenval als gevolg van de storm Daniel tot 50 keer groter en 50% intenser geworden, aldus het rapport.
De materiële schade en verliezen als gevolg van de overstromingen in Derna en andere steden door de storm Daniel bedroegen naar schatting 1,65 miljard dollar - ongeveer 3,6% van het bruto binnenlands product van het olierijke Libië in 2022.
De overstroming verwoestte of beschadigde meer dan 18.500 huizen, wat overeenkomt met 7% van de Libische woningvoorraad, waardoor in eerste instantie bijna 44.800 mensen ontheemd raakten, waaronder 16.000 kinderen, aldus het rapport.
Volgens het rapport vormden de "beperkte verantwoordingsplicht en capaciteit" van de Libische instellingen "een belangrijke uitdaging voor de herstelprocessen", terwijl de zwakke coördinatie tussen rivaliserende autoriteiten naar verwachting het vermogen van de regering om "herstelmiddelen te kanaliseren, te beheren, uit te betalen en te controleren", zou aantasten.
Ondanks oproepen van de V.N. aan de heersende facties in Libië om hun meningsverschillen opzij te zetten en een gecoördineerde reactie op de ramp in Derna te formuleren, zijn er weinig tekenen dat ze daartoe bereid zijn.
Pogingen om het slepende conflict in Libië op te lossen door middel van verkiezingen zijn ook gedwarsboomd door geschillen over de stemregels en de controle over de interim-regering.
