De Nationale Garde is begin 2019 begonnen te werken op aandringen van president Andres Manuel Lopez Obrador, die campagne voerde op een belofte om het leger terug te brengen naar de kazernes na de jaren die het had doorgebracht in de strijd tegen gewelddadige drugsbendes.

Hij voerde aan dat de Nationale Garde een einde zou maken aan de corruptie onder haar voorganger, de Federale Politie, en hij heeft ook de opdracht van het leger uitgebreid tot andere gebieden van het burgerlijke leven.

Zijn regering heeft echter recordgeweld laten woeden, en volgens oppositieleden en -activisten heeft de Nationale Garde zich ook schuldig gemaakt aan vermeend misbruik.

De senatoren stemden met een marge van 71 voor het wetsontwerp, 51 tegen. Er waren twee onthoudingen. Het Lagerhuis van het Congres heeft de wijzigingen vorige week goedgekeurd.

De wetgeving, die nu naar Lopez Obrador gaat om door hem te worden ondertekend, geeft het leger de operationele, financiële en administratieve controle over de Nationale Garde, die thans ressorteert onder het door burgers geleide ministerie van Veiligheid.

De veranderingen zullen vrijwel zeker worden aangevochten omdat zij in strijd zijn met de grondwet, en sommige vooraanstaande juristen zeggen dat zij waarschijnlijk door het Hooggerechtshof zullen worden verworpen.