Het nettovermogen van huishoudens daalde in de periode van juli tot en met september met ongeveer 1% van $152,3 biljoen aan het einde van het tweede kwartaal, aldus de Fed in haar driemaandelijkse momentopname van de balansen van huishoudens en bedrijven.
Het was de eerste daling in de rijkdom van huishoudens sinds het derde kwartaal van 2022. De renteverhogingscampagne van de Amerikaanse centrale bank om de inflatie een halt toe te roepen, heeft het nettovermogen van huishoudens een groot deel van vorig jaar aangetast door dalende aandelenkoersen en zwakkere vastgoedprijzen.
De waarde van vastgoed steeg met $500 miljard, terwijl de waarde van aandelen met $1,7 biljoen daalde, zo bleek uit het rapport. De Standard & Poor's 500 total return index, inclusief herbelegde dividenden, daalde in het derde kwartaal met 3,27%.
De Fed, die eind juli haar richtrente voor overnight leningen verhoogde naar een bandbreedte van 5,25%-5,50%, heeft deze sleutelrente sindsdien tijdens de laatste twee beleidsvergaderingen ongewijzigd gelaten.
Beleggers verwachten dat de beleidsmakers van de Fed aan het einde van de komende beleidsvergadering op 12-13 december opnieuw een pas op de plaats zullen maken, waarbij de ogen nu gericht zijn op de vraag hoe snel een renteverlaging zal worden doorgevoerd in het licht van de voortdurende vooruitgang bij het terugbrengen van de inflatie naar het streefcijfer van 2% van de Fed.
De inspanningen van de Fed om de inflatie de kop in te drukken, zijn geholpen doordat huishoudens niet meer zo overvloedig in kas zijn, wat tot voor kort een belangrijke drijfveer was voor de sterke consumentenbestedingen. De omvang van de kasreserves van huishoudens - bestaande uit een verscheidenheid aan bankdeposito's en geldmarktbeleggingen - bleef dit kwartaal afnemen en daalde voor het zesde achtereenvolgende kwartaal tot $17,7 biljoen, zo bleek uit de gegevens.
Eind september was die voorraad $3,1 miljard kleiner dan eind juni. De voorraad is meer dan $545 miljard gedaald vanaf de piek van bijna $18,3 biljoen aan het einde van het eerste kwartaal van 2022.
De schuldniveaus van huishoudens, bedrijven en overheden bleven ook stijgen in het derde kwartaal, hoewel in een langzamer tempo dan het vorige kwartaal. De totale niet-financiële schuld steeg op jaarbasis met 5,2%, langzamer dan het tempo van 6,3% in de periode april-juni, tot $73,0 biljoen, waarbij huishoudens goed waren voor $19,8 biljoen, bedrijven voor $21,2 biljoen en de overheid voor $32 biljoen.
De groei van de bedrijfsschulden nam voor het derde achtereenvolgende kwartaal af tot 1,5% op jaarbasis. (Verslaggeving door Lindsay Dunsmuir en Ann Saphir; Redactie door Chizu Nomiyama)
