Bij een normalere inflatie en zonder automatische uitgavenaanpassingen zou de schuldquote van het blok inderdaad dalen, aldus de ECB. Maar door de energieschok, de daaropvolgende groeivertraging en de rigide uitgavenregels wordt de begrotingspositie van de regeringen al na een jaar negatief beïnvloed.

"In de daaropvolgende jaren neemt de druk op de uitgaven echter toe en worden de voordelen aan de inkomstenzijde meer dan tenietgedaan, waardoor het niveau van het begrotingssaldo in 2024 met bijna 0,5% van het bbp verslechtert", aldus de ECB in een artikel in het Economisch Bulletin.

Terwijl de inflatie normaal gesproken de belastinginkomsten stimuleert, is de inkomensimpuls van de energieschok bescheiden, drukt hij op de winstgevendheid van het bedrijfsleven, verlaagt hij de totale groei en zet hij de nominale overheidsuitgaven onder druk.

"Bovendien wordt de monetaire beleidsreactie die nodig is om te voorkomen dat deze inflatieschok tot buitensporige tweede-ronde-effecten leidt, vertaald in een stijging van de rentebetalingen op de overheidsschuld", voegde de ECB eraan toe.

De ECB heeft de rente sinds juli met 3 procentpunten verhoogd en de markten verwachten nog minstens een procentpunt verhoging voordat de rente zijn hoogtepunt bereikt.

Ongeveer een derde van de overheidsuitgaven wordt ook geïndexeerd, meestal aan de inflatie, dus een hoge prijsgroei dwingt overheden automatisch om meer uit te geven, aldus de ECB.

De ECB voegde eraan toe dat de extra overheidsuitgaven om de schadelijke effecten van de inflatie te beteugelen slechts tijdelijk waren en zouden worden teruggedraaid, zodat de inflatie slechts over een langere periode werd uitgesteld.

"Het effect op de groei (van de discretionaire uitgaven) zal naar verwachting alleen in 2022 positief zijn, alvorens in 2023 licht negatief te worden en in de periode 2024-25 sterker negatief", aldus de ECB.