Spaanse brandweerlieden werken aan brand die 4.000 hectare heeft verwoest

Brandweerlieden zeiden zaterdag dat zij de eerste grote bosbrand van het jaar in Spanje hadden tegengehouden, zodat deze zich niet verder kon verspreiden in het oosten van de regio Valencia, waar het meer dan 4.000 hectare bos heeft verwoest en 1.500 inwoners heeft gedwongen hun huizen te verlaten.

Een ongewoon droge winter in delen van Zuid-Europa heeft de vrees doen ontstaan voor een herhaling van 2022, toen 785.000 hectare werd verwoest - meer dan het dubbele van het jaargemiddelde van de afgelopen 16 jaar, volgens statistieken van de Europese Commissie (EC).

In Spanje hebben 493 branden vorig jaar een recordaantal van 307.000 hectare land verwoest, volgens het Europees Bosbrandinformatiesysteem van de Commissie.

Meer dan 500 brandweerlieden, ondersteund door 20 vliegtuigen en helikopters, waren bezig de brand onder controle te krijgen in de buurt van het dorp Villanueva de Viver, in de regio Valencia, zeiden de hulpdiensten zaterdag.

Zij zijn er echter in geslaagd te voorkomen dat het vuur naar andere gebieden overslaat.

Las Provincias, een regionale krant, meldde dat de politie denkt dat de brand is ontstaan door een vonk van een machine die wordt gebruikt om rijshout te verzamelen. De Spaanse Guardia Civil reageerde niet op verzoeken om commentaar van Reuters.

Acht gemeenschappen werden geëvacueerd, zei Gabriela Bravo, het regionale hoofd van binnenlandse zaken.

"Zaterdagochtend zullen vliegtuigen proberen te voorkomen dat het vuur zich uitbreidt naar andere gemeenschappen," vertelde Bravo vrijdagavond aan een nieuwsconferentie.

Spanje kent een langdurige droogte na drie jaar regenval onder het gemiddelde.

Het weer zal dit voorjaar droger en heter zijn dan normaal langs de noordoostelijke mediterrane kust van Spanje, waardoor het risico op bosbranden toeneemt, vertelde meteorologisch agentschap AEMET vorige week aan Reuters.