Uit de enquête van de Conference Board van dinsdag bleek ook dat de perceptie van de consumenten over de arbeidsmarkt deze maand iets is afgezwakt. Hoewel de daling van het vertrouwen gering was, suggereerde zij dat de agressieve monetaire beleidsmaatregelen van de Federal Reserve om de vraag af te remmen, effect beginnen te sorteren.
"Wij kunnen de Amerikaanse consument nooit onderschatten," zei Jennifer Lee, een senior econoom bij BMO Capital Markets in Toronto. "Maar plannen om de aankopen terug te trekken, en wat voorzichtiger te worden, is iets wat de Federal Reserve zou toejuichen nu zij de vraag wil afkoelen."
De index van het consumentenvertrouwen van de Conference Board is deze maand gedaald tot een stand van 106,4. De gegevens voor april waren hoger bijgesteld en kwamen uit op 108,6 in plaats van de eerder gerapporteerde waarde van 107,3. De index blijft boven het dieptepunt van de pandemie.
Hij heeft het veel beter gedaan dan de peiling van de Universiteit van Michigan, waar de index van het consumentenvertrouwen op een dieptepunt van 11 jaar staat. De enquête van de Conference Board legt meer nadruk op de arbeidsmarkt.
Het zogeheten arbeidsmarktverschil, dat wordt afgeleid uit gegevens over de mening van de respondenten over de vraag of er banen in overvloed of moeilijk te krijgen zijn, is deze maand gedaald tot 39,3, tegen een stand van 44,7 in april. Dat was de eerste keer in een jaar dat deze maatstaf, die correleert met het werkloosheidscijfer van het ministerie van Arbeid, onder de 40 kwam.
Ongeveer 12,5% van de consumenten vond dat banen "moeilijk te krijgen" waren, tegen 10,1% in april. Op het eerste gezicht suggereert dit dat de werkloosheid waarschijnlijk is gestegen van een tweejarig dieptepunt van 3,6% in april.
Ondanks de enigszins ongunstige perceptie van de consumenten wordt de arbeidsmarkt krapper, waarbij de Conference Board opmerkt dat "zij wel verwachten dat de omstandigheden op de arbeidsmarkt relatief sterk zullen blijven, wat het vertrouwen op korte termijn zou moeten blijven ondersteunen."
Op de laatste dag van maart was er een recordaantal van 11,5 miljoen vacatures en een recordaantal van 4,5 miljoen werknemers nam ontslag.
De aandelen op Wall Street waren lager. De dollar bleef stabiel ten opzichte van een mandje valuta. De prijzen van Amerikaanse schatkisten daalden.
INFLATIE BEREIKT HOOGTEPUNT
De inflatieverwachtingen van de consumenten voor de komende 12 maanden daalden van 7,5% in april tot 7,4%. Dat past in de visie van economen dat de inflatie waarschijnlijk gepiekt is.
De Fed heeft haar beleidsrente sinds maart met 75 basispunten verhoogd. Verwacht wordt dat de Amerikaanse centrale bank de daggeldrente op elk van haar volgende bijeenkomsten in juni en juli met een half procentpunt zal verhogen.
Nu de prijzen hoog blijven en de kosten van leningen stijgen, heroverwegen de consumenten hun bestedingsplannen. Het percentage consumenten dat van plan is in de komende zes maanden een motorvoertuig te kopen, is gedaald. Minder consumenten waren van plan grote huishoudelijke apparaten zoals koelkasten, wasmachines, droogtrommels en televisietoestellen te kopen.
Maar de aankoopplannen bleven op een voldoende hoog niveau om de consumentenuitgaven te laten stijgen en de algemene economie te doen groeien. De stijgende rentevoeten en de daarmee gepaard gaande verstrakking van de financiële voorwaarden hebben de Amerikanen bezorgd gemaakt over een op handen zijnde recessie. Economen zeggen dat het geharrewar over een economische teruggang overdreven is, en wijzen op het recordaantal nieuwe banen en ontslagnemingen.
"Recessies zijn uiteindelijk een verlies van vertrouwen," zei Bernard Yaros, econoom bij Moody's Analytics in West Chester, Pennsylvania. "Toch hebben de consumenten geen angst als het om werkzekerheid gaat. Mensen zeggen in een razend tempo hun baan op, wetende dat zij gemakkelijk een andere baan zullen vinden gezien het recordaantal openstaande vacatures."
De consumenten toonden deze maand ook minder geneigd om een huis te kopen, aangezien de stijgende hypotheekrente en de recordprijzen van huizen de betaalbaarheid uithollen.
Een apart rapport op dinsdag toonde aan dat de S&P CoreLogic Case-Shiller 20 metropolitan area home price index in maart een recordstijging van 21,2% op jaarbasis vertoonde, na een stijging van 20,3% in februari. De krappe voorraden, vooral van huizen die al in bezit zijn, drijven de huizenprijzen op. Grote prijsstijgingen werden genoteerd in een aantal steden, waaronder Tampa, Phoenix en Miami.
De sterke inflatie van de huizenprijzen werd nog versterkt door een ander rapport van de Federal Housing Finance Agency, waaruit blijkt dat de huizenprijzen in de 12 maanden tot maart met 19% zijn gestegen, na een stijging met 19,3% in februari. De prijsstijgingen waren over de hele linie, met opvallende stijgingen in de regio's South Atlantic, East South Central, West South Central, Mountain en Pacific.
Nu de vraag afneemt, zal de inflatie van de huizenprijzen afkoelen. Uit de verslagen van deze maand blijkt dat de verkoop van nieuwe en tweedehands huizen in april is blijven dalen. Ook de aanvragen voor leningen voor de aankoop van een huis zijn gedaald.
"De stijging van de huizenprijzen zal vanaf hier veel bescheidener zijn," zei Matthew Pointon, senior vastgoedeconoom bij Capital Economics in New York. "Wij verwachten dat de jaarlijkse groei zal vertragen tot nul tegen medio 2023."
