Benchmark tarwefutures in Chicago daalden woensdag naar het laagste punt in meer dan drie jaar nadat een Algerijnse importtender deze week de hevige wereldwijde exportconcurrentie van graanleveranciers uit de Zwarte Zee benadrukte, aldus handelaren.

Sojafutures daalden ook, terwijl maïs gemengd was in een wisselvallige handel. Beide markten blijven zweven boven de dieptepunten van drie jaar die vorige week werden bereikt.

Vanaf 11:20 uur CST (1720 GMT) stond de Chicago Board of Trade (CBOT) tarwe in mei 19-1/2 cent lager op $5,31-1/2 per bushel, na een daling tot $5,30-1/4, het laagste punt op een continue grafiek van het meest actieve tarwecontract sinds augustus 2020.

CBOT sojabonen van mei waren 4-1/4 cent lager op $11,44-3/4 per bushel en maïs van mei was 1/2 cent lager op $4,25-3/4 per bushel.

Tarwe zette de toon nadat Algerije dinsdag minstens 870.000 metrische ton had gekocht, voornamelijk goedkope tarwe die vermoedelijk in het Zwarte Zeegebied wordt geproduceerd.

"Net als in Europa drukt de concurrentiedruk van tarwe uit de Zwarte Zee alle Amerikaanse tarwe naar beneden," zei adviesbureau Agritel.

De graanmarkten zakten ondanks een zwakkere dollar en sterke ruwe-oliefutures. De dollar zakte naar een laagste punt in een maand ten opzichte van de euro nadat de voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, Jerome Powell, zei dat de inflatie nog niet helemaal onder controle is, hoewel de centrale bank nog steeds verwacht om later dit jaar haar referentierente te verlagen.

In Europa daalde meitarwe op Euronext naar een ander contractdieptepunt op 188,25 euro, wat ook een nieuw dieptepunt van 3-1/2-jaar was voor een prijs in de tweede maand.

"Het is logisch voor Algerije om veel te kopen tegen deze lage prijzen, maar het is niet echt goed nieuws voor de markt, want het lijkt erop dat handelaren veel te verkopen hadden," zei een Europese handelaar.

Handelaren wachten op een maandelijks rapport van de Amerikaanse overheid over de wereldoogst, dat vrijdag verschijnt, voor een graadmeter voor de Zuid-Amerikaanse productie. (Verslaggeving door Heather Schlitz; Aanvullende rapportage door Gus Trompiz in Parijs en Mei Mei Chu in Peking; Bewerking door Shailesh Kuber)