VU Manufacturing, een kleine fabriek voor autobekleding, werd twee keer onder de loep genomen wegens vermeende overtredingen in het kader van de overeenkomst tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada (USMCA) uit 2020, die strengere regels heeft dan zijn voorganger, NAFTA, wat betreft de bescherming van het recht van werknemers om vakbonden op te richten.
De zaak is de eerste keer dat de VS een bedrijf berispt omdat het zijn verplichtingen niet nakomt na een USMCA-arbeidsonderzoek, in tegenstelling tot 13 andere werkplaatsen die ook in Mexico onder de loep zijn genomen.
In maart beloofden de VS en Mexico erop toe te zien dat VU Manufacturing een aantal toezeggingen zou nakomen om neutraal te blijven in vakbondszaken en werknemers toe te staan zich vrij te organiseren.
"Helaas ondermijnde het bedrijf het vermogen van de meerderheidsvakbond om arbeiders te vertegenwoordigen in collectieve onderhandelingen en hun stakingsrecht," zei Thea Lee, ondersecretaris van arbeid van de VS voor internationale zaken, in een verklaring.
"We zijn teleurgesteld over het besluit van de VU om haar fabriek te sluiten zonder zich te houden aan de overeengekomen herstelmaatregelen."
VU Manufacturing, een niet-beursgenoteerd bedrijf gevestigd in Michigan, reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar.
Lee zei dat Amerikaanse functionarissen hadden verwacht dat "werkgevers niet in alle gevallen voor naleving zouden kiezen", maar dat andere USMCA-klachten grotendeels ten goede zijn gekomen aan werknemers.
Het ministerie van Arbeid drong er bij Mexico op aan om represailles tegen voormalige VU-werknemers die op zoek zijn naar een nieuwe baan, te voorkomen en om ervoor te zorgen dat VU haar ontslagen werknemers op tijd betaalt.
