Sinds 2016 is de basisrente -0,1 % en is het rendement op staatsobligaties op tien jaar door de BOJ vastgesteld op ongeveer 0 %, als onderdeel van haar beleid voor het beheersen van de rentecurve. Het rendement kan fluctueren met plus of min 50 basispunten van het streefrendement.

De BOJ heeft tijdens haar laatste monetaire beleidsvergadering op vrijdag geen wijzigingen aangebracht in de rendementsdoelstellingen of de tolerantieband, maar gaf wel aan dat de fluctuatieband voortaan een "referentie" zal zijn in plaats van een "strikte limiet": het rendement op tien jaar mag het plafond overschrijden zolang het maar onder 1,0 % blijft.

Wat betekent deze beslissing?

Vorig jaar werd de BOJ door beleggers bekritiseerd omdat de centrale bank de markt zou verstoren door een rendementsplafond van 0,5 % na te streven met onbeperkte aankopen van effecten op tien jaar. Debank probeert nu verdere verstoringen te vermijden.

Echter, met een inflatie die boven het streefcijfer van 2 % blijft, zouden de markten opnieuw het plafond kunnen testen als het plafond op 0,5 % was blijven staan, waardoor de BOJ gedwongen zou zijn om massaal effecten te kopen. De centrale bank heeft dit risico afgewend door te besluiten alleen in te grijpen wanneer het rendement van obligaties op tien jaar boven 1,0 % zou kunnen komen. Door de langetermijnrentevoeten vrijer te laten fluctueren, verlengt de BOJ de levensduur van haar beleid  en koopt ze tijd voordat ze zich vastpint op grotere monetaire beleidswijzigingen.

Waarom nu?

Gouverneur Kazuo Ueda heeft gezegd dat de BOJ het inflatierisico heeft onderschat en dat het nodig is om preventieve maatregelen te nemen om latere grotere monetaire verkrappingen te voorkomen.

Politieke overwegingen hebben echter waarschijnlijk ook een rol gespeeld. De zwakte van de yen bezorgt de regering immers koppijn omdat de zwakke munt de kosten van levensonderhoud doet stijgen. Een interventie op de valutamarkt zou echter moeilijk te rechtvaardigen zijn geweest aangezien de recente bewegingen van de yen gematigd zijn. De BOJ moet de ongewenste zwakte van de yen dus op andere manieren bestrijden. Kazuo Ueda verklaarde dat de volatiliteit van de wisselkoersen een van de neveneffecten van het beleid is die de BOJ in de gaten houdt.

Waarom zo'n complexe aanpassing?

De BOJ had de tolerantieband volledig kunnen schrappen of het rendementsdoel kunnen verhogen, maar dit had de indruk kunnen wekken dat het monetaire beleid werd verhard. Dit zou in strijd zijn geweest met de belofte van de BOJ om "met geduld" haar zeer accommoderende beleid te handhaven totdat er een inflatiedynamiek van 2 % is gevestigd, ondersteund door een sterke loongroei. Door het beleid te handhaven, behoudt de BOJ ook haar interventiecapaciteiten - het onbeperkt kopen van effecten - in het geval van een stijging van de langetermijnrentes.

Wat is het vervolg?

Door alleen in te grijpen wanneer het 10-jaars rendement boven 1,0 % komt, kan de BOJ haar obligatieaankopen geleidelijk verminderen en de basis leggen voor een mogelijke beleidsverandering. De instelling zal de gegevens nauwlettend volgen om te begrijpen of de activiteit bestand is tegen de wereldwijde economische vertraging en of bedrijven in staat zullen zijn om volgend jaar de prijzen en lonen te blijven verhogen. Als de BOJ ervan overtuigd raakt dat de inflatie duurzaam rond 2 % blijft hangen, zou de centrale bank het rendementsplafond kunnen schrappen en zich alleen nog zorgen hoeven te maken over de rendementen op korte termijn. Sommige analisten schatten dat een dergelijke maatregel al in oktober genomen kan worden, wanneer de BOJ haar economische groei- en inflatieprognoses opnieuw zal bekijken.

Wat zal de BOJ niét doen?

Aangezien het tot stand brengen van een inflatiedynamiek gedreven door de vraag meer dan onzeker was in Japan, wil de BOJ tijd hebben voordat ze haar beleid normaliseert. Een renteverhoging is daarom nog ver weg. De BOJ is momenteel bezig met het herzien van de monetaire beleidsmaatregelen die in het verleden zijn genomen om er lessen uit te trekken en is bereid om te wachten op de conclusies van de analyse, die volgend jaar in mei beschikbaar zullen zijn, voordat ze haar rentetarieven verhoogt.