De prijsindex van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), die de wereldwijd meest verhandelde levensmiddelen volgt, bedroeg vorige maand gemiddeld 127,2 punten, tegen 126,5 in maart, aldus het agentschap op vrijdag. Voor maart was oorspronkelijk 126,9 opgegeven.

Het in Rome gevestigde agentschap zei dat de stijging in april het gevolg was van hogere prijzen voor suiker, vlees en rijst, die de dalingen in de prijsindices voor granen, zuivel en plantaardige olie compenseerden.

"Naarmate de economieën zich herstellen van een aanzienlijke vertraging, zal de vraag toenemen, waardoor de voedselprijzen onder opwaartse druk komen te staan", aldus hoofdeconoom Maximo Torero van de FAO.

De suikerprijsindex steeg met 17,6% ten opzichte van maart en bereikte het hoogste niveau sinds oktober 2011. De FAO zei dat de stijging verband hield met de bezorgdheid over een krapper aanbod na neerwaartse bijstellingen van de productieprognoses voor India en China, samen met een lager dan eerder verwachte productie in Thailand en de Europese Unie.

Terwijl de vleesindex op maandbasis met 1,3% steeg, daalden de zuivelprijzen met 1,7%, daalden de plantaardige-olieprijzen met 1,3% en daalde de graanprijsindex met 1,7%, waarbij de daling van de wereldprijzen van alle belangrijke granen zwaarder woog dan de stijging van de rijstprijzen.

"De stijging van de rijstprijzen is uiterst zorgwekkend en het is van essentieel belang dat het Zwarte Zee-initiatief wordt verlengd om nieuwe pieken voor tarwe en maïs te voorkomen", aldus Torero, verwijzend naar een overeenkomst om de uitvoer van Oekraïens graan via de Zwarte Zee mogelijk te maken.

In een afzonderlijk verslag over vraag en aanbod van granen voorspelde de FAO voor 2023 een wereldtarweproductie van 785 miljoen ton, iets minder dan in 2022, maar wel de op één na grootste productie ooit.

"De vooruitzichten voor 2023/24 voor de rijstproductie langs en ten zuiden van de evenaar zijn gemengd, grotendeels als gevolg van de regionaal uiteenlopende gevolgen van La Niña", aldus de FAO.

De FAO verhoogde haar prognose voor de wereldgraanproductie in 2022 tot 2,785 miljard ton, tegenover 2,777 miljard ton in het voorgaande jaar.

Het wereldgraanverbruik in de periode 2022/23 wordt geraamd op 2,780 miljard ton, aldus de FAO, 0,7% minder dan in 2021/22. De wereldgraanvoorraden aan het einde van het seizoen 2022/2023 zullen naar verwachting met 0,2% afnemen tot 855 miljoen ton.