Airbnb rapporteerde gisteren zijn resultaten voor het jaar 2023. Op het eerste gezicht enkel goed nieuws: ten opzichte van 2022 een toename van 16 % in waarde en 14 % in volume van de boekingen; een omzetstijging van 18 %; een contante winst, of "free cash flow", van 3,8 miljard USD; en een nieuw, omvangrijk aandeleninkoopplan van 6 miljard USD.

Het platform voor toeristische en seizoensverhuur blijft zijn aanbod uitbreiden: het telt nu 5 miljoen gastheren en gastvrouwen, en 7,7 miljoen aanbiedingen, wat ook een stijging van 18 % betekent ten opzichte van vorig jaar. CEO Brian Chesky zegt slechts een deel te hebben benut van het internationale expansiepotentieel van Airbnb. Hij heeft met name Brazilië, Duitsland en Zuid-Korea in het vizier.

De cijfers aan het begin van het persbericht moeten echter met enige voorzichtigheid worden benaderd. De explosie van de nettowinst — van 1,9 naar 4,8 miljard USD — komt voornamelijk door een belastingteruggave van 2,7 miljard USD, terwijl de zogenaamde vrije kasstroom van 3,8 miljard USD toch een slordige 1,1 miljard USD aan vergoedingen in aandelenopties bevat.

Een punt waarover de communicatie van de groep verrassend terughoudend blijft, is de daling van de operationele winst, van 1,8 miljard USD in 2022 naar 1,5 miljard USD in 2023. Dit ondanks de duidelijke groei van de omzet. De administratieve uitgaven zijn bijvoorbeeld verdubbeld over het jaar, zonder dat dit verband houdt met de vergoedingen in aandelenopties.

In werkelijkheid blijft het beheer van de kasstroom het meest winstgevende segment van Airbnb. Het platform verdient flink aan de 10 miljard USD die het zelf in handen heeft en de 6 miljard USD die het vastzet via de borgsommen van zijn klanten, wat neerkomt op een aardige schat van in totaal 16 miljard USD.

De nettorentemarge op de belegging van deze kasstroom bedraagt 638 miljoen USD over 2023, oftewel een derde van de winst voor belastingen. Men zou bijna gekscherend kunnen stellen dat Airbnb binnenkort meer een bank dan een toerismespecialist zal zijn! Voor de groep zou een nieuwe renteverhoging in elk geval een zegen zijn.

De voorstanders zullen aanvoeren dat Airbnb het voordeel heeft winstgevend te zijn, goed gekapitaliseerd, dat het bedrijf nog steeds groeit en geleid wordt door een eersteklas team. Critici daarentegen zullen er blijven op hameren dat het platform slechts een tweede keus is om de vraag op te vangen die hotels niet kunnen absorberen.

Ze zullen ook aanhalen dat Booking winstgevender is, eenzelfde groeitraject laat zien, even goed wordt beheerd, en toch tegen een lager veelvoud wordt gewaardeerd. Maar: Airbnb is een ster uit Silicon Valley, terwijl Booking in Europa genoteerd staat. Mogelijk verklaart dat het verschil.