Eni, Enel en andere door de staat gecontroleerde Italiaanse energieconcerns zullen profiteren van een gedeeltelijke overdracht van fondsen van de Europese Unie naar het REPowerEU-programma, aldus kredietbeoordelaar DBRS op maandag.

In een rapport waarin de uitdagingen van Italië worden geanalyseerd om tegen 2026 191,5 miljard euro (212,20 miljard dollar) van de post-COVID-fondsen van de EU uit te geven, merkt DBRS op dat de Italiaanse regering probeert om een deel van dat geld over te hevelen naar het groene energie-initiatief REPowerEU.

"Wij geloven dat deze overdracht, samen met een verdere verlenging van de deadline, indien succesvol, zou leiden tot meer investeringen in Italiaanse bedrijven waar de overheid een aanzienlijk belang in heeft, zoals Eni, Enel, Snam en Terna, en een snellere en efficiëntere investeringscyclus mogelijk zou maken," aldus het ratingbureau.

Tot nu toe hebben nutsbedrijven en energieconcerns relatief kleine bedragen ontvangen uit Italië's post-COVID EU-fondsen, aldus DBRS, waarbij de respectievelijk 1 miljard euro en 3,5 miljard euro werd toegekend aan elektriciteitsnetbeheerder Terna en 's lands grootste nutsbedrijf Enel.

"EU-fondsen die zijn toegewezen aan de grote Italiaanse energie- en nutsbedrijven die over de vereiste expertise beschikken om deze fondsen efficiënt te investeren, zouden kunnen leiden tot een stijging van de inkomsten en EBITDA van deze bedrijven, met als gevolg positieve kredietimplicaties," aldus Edoardo Danieli, Assistant Vice President, European Corporate Credits bij DBRS Morningstar.

Italië hoopt ongeveer 6 miljard euro uit het REPowerEU-programma te halen, en wil dit aanvullen met 3 miljard euro uit nationale fondsen en een nog niet aangekondigd bedrag uit zijn aandeel in het post-COVID-programma van de EU, afhankelijk van de goedkeuring van Brussel. ($1 = 0,9024 euro) (Verslaggeving door Francesca Landini, redactie door Alvise Armellini)