EQRx, Inc. kondigde aan dat gegevens van zijn partner CStone Pharmaceuticals twee spilfase 3-studies van het anti-PD-L1 monoklonale antilichaam sugemalimab voor de behandeling van niet-kleincellige longkanker (NSCLC), GEMSTONE-301 en GEMSTONE-302, werden gepubliceerd in The Lancet Oncology. De publicaties gingen vergezeld van een commentaarartikel. In GEMSTONE-301 resulteerde sugemalimab in een statistisch significante en klinisch betekenisvolle verbetering van de progressievrije overleving (PFS) ten opzichte van placebo wanneer het werd toegediend als consolidatietherapie bij patiënten met lokaal gevorderd, niet-resectabel stadium III NSCLC zonder ziekteprogressie na gelijktijdige of sequentiële chemoradiotherapie. Dit zijn de eerste positieve fase 3 gegevens voor een anti-PD-L1 middel in deze bredere populatie van patiënten met stadium III NSCLC. In GEMSTONE-302 leverde de toevoeging van sugemalimab aan standaard chemotherapie als eerstelijns systemische behandeling een statistisch significante, klinisch betekenisvolle verbetering op van de PFS bij patiënten met stadium IV NSCLC, ongeacht de PD-L1 expressieniveaus of het pathologische subtype van NSCLC. De resultaten van GEMSTONE-301, gerapporteerd in The Lancet Oncology, zijn als volgt: Sugemalimab als consolidatietherapie toonde een statistisch significante en klinisch betekenisvolle verbetering van de PFS versus placebo, zoals beoordeeld door geblindeerde onafhankelijke centrale review (BICR) bij een voorgespecificeerde interim-analyse. De mediane PFS was 9,0 maanden vs. 5,8 maanden (Hazard Ratio [HR]=0,64, p=0,0026). Klinisch voordeel werd waargenomen bij patiënten die voorafgaand aan de behandeling met sugemalimab gelijktijdige of opeenvolgende chemoradiotherapie kregen, vergeleken met placebo. Voor patiënten die voorafgaand gelijktijdige chemoradiotherapie (cCRT) kregen, was de mediane PFS 10,5 maanden versus 6,4 maanden (HR=0,66). Voor patiënten die voorafgaand sequentiële chemoradiotherapie (sCRT) kregen, was de mediane PFS 8,1 maanden versus 4,1 maanden (HR=0,59). De gegevens over de totale overleving (OS) waren onvolwassen op het moment van de analyse, maar er werd een bemoedigende trend waargenomen voor een overlevingsvoordeel met sugemalimab versus placebo, waarbij de follow-up van de patiënten nog gaande is. Sugemalimab werd over het algemeen goed verdragen, waarbij geen nieuwe veiligheidssignalen werden waargenomen. In de sugemalimab-groep ondervond 9% van de patiënten (n=22/255) graad 3 of 4 treatment-emergent adverse events (TEAE's) gerelateerd aan de studiebehandeling. In de placebogroep had 6% (7/126) te maken met graad 3 of 4 TEAE's gerelateerd aan de studiebehandeling. De resultaten van de definitieve PFS-analyse van GEMSTONE-302, eveneens gerapporteerd in The Lancet Oncology, zijn als volgt: Sugemalimab plus op platina gebaseerde chemotherapie verlengde de PFS significant (mediaan 9,0 vs 4,9 maanden; HR=0,48; p