Het Italiaanse defensieconcern Leonardo heeft woensdag gezegd dat de nationaliteit van een toekomstige koper van zijn kanonnenmaker OTO Melara en zijn marinetorpedo-eenheid Wass geen doorslaggevende factor zou zijn bij zijn beslissing.

Het concern heeft enkele maanden geleden aangegeven dat het bereid is OTO Melara en Wass, die een totale waarde van meer dan 500 miljoen euro zouden kunnen hebben, voor het blok te zetten en CEO Alessandro Profumo zei dat het "op korte termijn" enkele aanbiedingen verwacht.

Het door de staat gecontroleerde conglomeraat heeft blijken van belangstelling ontvangen van zowel het Frans-Duitse KMW+Nexter Defence Systems (KNDS) als de Italiaanse scheepsbouwer Fincantieri, waarbij sommige politici beweren dat een verkoop aan de Italiaanse groep de beste oplossing zou kunnen zijn.

"In een tijd waarin wordt gedebatteerd over de totstandbrenging van een Europese defensie(capaciteit), zullen wij ons bij onze beslissingen niet uitsluitend laten leiden door de nationaliteit van de koper", aldus Profumo, toen hem werd gevraagd naar een eventuele verkoop aan Fincantieri.

De verkoop van de twee eenheden maakt deel uit van een bredere strategie van Leonardo om zich te concentreren op zijn helikopters, vliegtuigen en elektronica voor defensieactiviteiten.

"We willen wereldleider zijn in helikopters en Europees leider in vliegtuigen en we hebben een belangrijke rol in elektronica zowel in de Verenigde Staten als in Europa," zei hij.

In deze strategie wordt Wass, niet gezien als kern van het bedrijf en wordt OTO Melara gezien als te klein om op Europees niveau te concurreren.

KNDS heeft ongeveer 650 miljoen euro geboden voor de twee eenheden, terwijl het voorstel van Fincantieri vanuit financieel oogpunt minder aantrekkelijk is, aldus verschillende bronnen die met de zaak vertrouwd zijn.

OTO Melara en Wass hebben meer dan 1.500 werknemers in dienst in vier Italiaanse fabrieken.

"We zullen rekening houden met de duurzaamheid op lange termijn van de banen (van de bedrijven) wanneer we over opties beslissen", zei Profumo in de marge van een presentatie van de digitale infrastructuur van het concern in Genua, waar het een krachtige computer beheert die de naam Davinci-1 draagt.