Een Russisch-Amerikaanse joint venture heeft gezegd dat het plannen heeft laten varen om in Rusland gasturbines met een grote capaciteit te bouwen onder licentie van General Electric Co .

Rusland probeert al jaren om zijn eigen gasturbines met gemiddelde en grote capaciteit voor energiecentrales te produceren, of te "lokaliseren".

De joint venture tussen GE en de Russische staatsholding InterRAO had gepland om beide tegen 2025-26 te produceren en 90% van de onderdelen in Rusland te maken.

Maar GE heeft de activiteiten in Rusland vorig jaar opgeschort nadat Moskou zijn strijdkrachten Oekraïne had ingestuurd.

In het financiële jaarverslag van de joint venture, Russian Gas Turbines (RGT), stond dat "externe ontwikkelingen" hadden geleid tot "significante veranderingen in de vorm en omvang van General Electric's betrokkenheid bij gezamenlijke projecten om de gasturbineproductie te lokaliseren, met ongunstige gevolgen voor het bedrijf".

In het rapport zegt RGT dat een nieuw lokalisatieplan "geen activiteiten omvat met betrekking tot de GT13E2 gasturbine-eenheid lokalisatiefaciliteit".

RGT, waarin InterRAO een belang van ongeveer 51% heeft, had in 2020 de licentierechten van GE gekocht voor de productie van zowel GE 6F.03 turbines met een vermogen van 79-87 megawatt, als GT13E2 turbines met een vermogen van 181-210 MW.

InterRAO was van plan om tot 45 miljard roebel (570 miljoen dollar) in de joint venture te investeren.

Per 31 maart had GE voor ongeveer $0,3 miljard aan overgebleven activa in Rusland en Oekraïne, voornamelijk in de energiesector, in activiteiten waarvoor geen beperkingen of sancties gelden, aldus GE in haar verslag over het eerste kwartaal.

InterRAO heeft een optie om het belang van GE in de joint venture te kopen, maar het is onduidelijk of deze optie is uitgeoefend.

De Russische holding, die vorig jaar de turbineactiviteiten van Siemens Energy in Rusland kocht, weigerde commentaar te geven.

GE reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar. ($1 = 79,4205 roebel) (Verslaggeving door Anastasia Lyrchikova; aanvullende rapportage door Alexander Marrow; Bewerking door Kevin Liffey)