Het bedrijf zei vrijdag dat zijn nettowinst in de eerste helft was gedaald tot 270,7 miljoen euro (246,6 miljoen pond), tegen 374,5 miljoen euro in dezelfde periode een jaar geleden.

De rechtstreeks aan de COVID-19 pandemie toe te schrijven schadeclaims op de verzekeringsactiviteiten waren samen goed voor 153 miljoen euro, terwijl de pandemie een nettokost van 57 miljoen euro op de herverzekeringsactiviteiten had.

"De grootste impact had op het volume van de activiteiten als gevolg van de lockdownmaatregelen, de lagere economische activiteit, valutaschommelingen en een ongunstig klimaat voor levensverzekeringen en spaartegoeden", aldus Mapfre in een verklaring.

De kosten van COVID-19 werden gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere frequentie van schadeclaims in andere bedrijfsonderdelen, zoals auto- en reisverzekeringen, omdat mensen gedwongen waren om gedurende een groot deel van de periode thuis te blijven, aldus het bedrijf.

Aardbevingen in Puerto Rico en de storm Gloria in Spanje hadden een netto negatieve impact van 77,3 miljoen euro op Mapfre.

Gezien de onzekere situatie zei het management van Mapfre dat het de situatie in de gaten zou houden en zijn dividendbeleid in het vierde kwartaal zou evalueren.

De winstdaling van de Spaanse verzekeraar was niet zo erg als het verlies over het tweede kwartaal dat werd gemeld door de Amerikaanse verzekeraar Travelers Cos Inc, die vaak wordt gezien als een bellwether voor de verzekeringssector.