INDEN/ESSEN (dpa-AFX) - Hoe lang opnieuw gecultiveerde gebieden in voormalige dagbouwmijnen moeten inklinken voordat ze windturbines kunnen dragen, wordt nu wetenschappelijk onderzocht. De projectpartners Ruhruniversiteit Bochum, het bedrijf Jorss-Blunck-Ordemann (JBO) en het energiebedrijf RWE plannen een veldtest, zo maakte RWE dinsdag in Essen bekend.

In de dagbouwmijn van Inden wil men na drie jaar vooronderzoek voldoende grind en zand opstapelen op een cirkelvormig gebied met de straal van een windturbine, zodat het gewicht van een turbine inclusief de fundering overeenkomt. Meetapparatuur in de grond zal dan de geomechanische veranderingen registreren. Computerberekeningen zullen dan de zetting van de grond en het effect van windbelasting op de grond rond zo'n turbine modelleren.

Volgens RWE wegen moderne windturbines tot 6500 ton. Herontgonnen gebieden worden daarom meestal pas na een wachttijd van maximaal 15 jaar bebouwd. De gebieden in de voormalige dagbouwmijn moeten echter al veel eerder worden ontwikkeld voor windenergie.

RWE wil in het Rijnlandse mijngebied tegen 2030 installaties voor duurzame energie met een capaciteit van ongeveer 500 megawatt bouwen. Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door het federale ministerie van Economische Zaken en Klimaatbescherming met een kleine 700.000 euro./tob/DP/nas