Oostenrijk, Duitsland en Italië hebben er bij de Europese Unie op aangedrongen om een cluster van infrastructuurprojecten te steunen voor het transport van groene waterstof die uit Noord-Afrika wordt geïmporteerd, als onderdeel van de inspanningen om in Europa een markt op te bouwen voor de koolstofarme brandstof.

Europa probeert de productie en import van hernieuwbare waterstof op te schalen - een brandstof die gemaakt wordt met behulp van hernieuwbare elektriciteit, waarop landen inzetten om het gebruik van fossiele brandstoffen in industriële processen zoals staalproductie te verminderen.

Ministers uit Oostenrijk, Duitsland en Italië schreven maandag een brief aan de Europese Commissie waarin ze hun politieke steun betuigden aan een handvol waterstofprojecten die de PCI-status (Project of Common Interest) van de EU aanvragen, waardoor ze toegang zouden krijgen tot bepaalde EU-fondsen en versnelde vergunningen.

Het besluit van de ministers zet Brussel onder druk om de projecten een prioritaire status toe te kennen.

"De ontwikkeling van de projectkandidaten zal bijdragen aan de continuïteit van de energievoorziening en een grotere diversificatie van de invoerbronnen, terwijl tegelijkertijd de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen wordt verminderd," aldus de door Reuters ingeziene brief.

Tot de projecten die om steun vragen, behoort de geplande waterstofpijpleiding van Gas Connect Austria tussen Duitsland, Oostenrijk en Slowakije. Een ander voorstel zou een gaspijpleiding die grotendeels in handen is van het Italiaanse bedrijf Snam en die van Italië door Oostenrijk naar Slowakije loopt, ombouwen om in plaats daarvan waterstof te vervoeren.

De voorgestelde infrastructuur zou Europese knooppunten waar vraag is naar waterstof - zoals fabrieken - verbinden met de invoer van hernieuwbare waterstof uit Noord-Afrika, en zou bijdragen aan de opbouw van een Europees waterstofnetwerk, aldus de brief.

De impuls voor de projecten komt op een moment dat Europa in een race verwikkeld is om hernieuwbare energiebronnen te versterken als alternatief voor de Russische gasleveringen, na de invasie van Moskou in Oekraïne.

Nu een aantal sectoren hernieuwbare waterstof gebruiken als een manier om hun koolstofvoetafdruk te verminderen, wordt verwacht dat Europa's vraag naar de brandstof groter zal zijn dan het lokale aanbod, wat betekent dat import nodig zal zijn.

De EU wil tegen 2030 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof produceren en nog eens 10 miljoen ton invoeren.

Andere waterstofprojecten zijn gepland voor Zuid-Europa. Een voorgestelde "BarMar" pijplijn zou vanaf 2030 koolstofarme waterstof tussen Spanje en Frankrijk transporteren, met als doel 2 miljoen ton per jaar te vervoeren. (Verslaggeving door Kate Abnett Aanvullende rapportage door Andreas Rinke, Sergio Goncalves, Belen Carreno en Pietro Lombardi Bewerking door Mark Potter)