De Verenigde Arabische Emiraten en Cambodja hebben donderdag een bilaterale handelsovereenkomst ondertekend, de vijfde overeenkomst van deze aard die de Golfstaat sluit in het kader van een in 2021 gelanceerde handelsstrategie.

De handelsstrategie, die bekend staat als Comprehensive Economic Partnership Agreements (CEPA), is een belangrijke pijler van de economische groeiplannen van de VAE, die ernaar streven om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen.

De overeenkomst met Cambodja zal tarieven verlagen of afschaffen, "handelsbelemmeringen wegnemen en nieuwe wegen creëren voor strategische investeringen," twitterde Thani Al Zeyoudi, de minister van Buitenlandse Handel van de VAE.

De niet-oliehandel tussen de VAE en Cambodja bereikte in 2022 een waarde van 407 miljoen dollar, met als doel om dit in de komende vijf jaar op te voeren tot meer dan 1 miljard dollar, aldus Zeyoudi.

De overeenkomst moet leiden tot een toename van de export van onder andere granen, fruit, vlees, kleding en lederwaren vanuit Cambodja en de export vanuit de VAE van machines, olie en smeermiddelen. De twee landen zullen ook investeringsmogelijkheden onderzoeken op het gebied van logistiek, infrastructuur, reizen en hernieuwbare energie, aldus het ministerie van Economische Zaken van de VAE.

Vóór Cambodja ondertekenden de VAE CEPA's met India, Indonesië, Israël en Turkije. Er zijn nog meer dan 10 andere CEPA's in de maak.