De Zweedse economie ondervindt tegenwind van stijgende rentetarieven, hoge inflatie en een inzakkende particuliere consumptie en zal dit jaar krimpen, aldus de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op woensdag.

Na de pandemie relatief goed doorstaan te hebben, beginnen de stijgende consumentenprijzen en rentetarieven hun tol te eisen. Zweedse huishoudens behoren tot de huishoudens met de zwaarste schulden in Europa, terwijl veel huishoudens hypotheken met een variabele rente hebben, wat betekent dat renteverhogingen door de centrale bank snel tot hogere kosten leiden.

De OESO zei in een onderzoek naar de Zweedse economie te verwachten dat het bruto binnenlands product dit jaar met 0,3% zal krimpen en in 2024 met slechts 1,4% zal groeien.

"De Zweedse economie staat opnieuw onder druk na de illegale aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne en de bewapening van energie," zei de OESO.

De Zweedse centrale bank heeft een reeks verhogingen doorgevoerd om haar beleidsrente tijdens haar meest recente vergadering op 3,5% te houden, tegen nul begin 2022. Ze voorspelt nog een verhoging met een kwart punt in juni of september.

De OESO zei dat ontwikkelaars van commercieel vastgoed met een hoge schuldenlast een financiële kwetsbaarheid vormen, omdat de sector problemen heeft met het herfinancieren van schulden. Leningen voor commercieel vastgoed maken ongeveer 18% uit van de totale bankleningen, een van de hoogste niveaus in de OESO.

De OESO zei ook dat overheidshervormingen het vermogen van Zweden om zijn klimaatdoelstellingen te halen, hadden geschaad.

De rechtse coalitieregering heeft de brandstofbelastingen verlaagd, de belastingvoordelen voor mensen die naar hun werk rijden verhoogd, nieuwe subsidies voor elektrische voertuigen beëindigd en de eisen voor de hoeveelheid biobrandstof die aan diesel en benzine moet worden toegevoegd versoepeld.

"Recente beleidswijzigingen hebben de doelstelling voor 2030 waarschijnlijk buiten bereik gebracht, tenzij er nieuw ambitieus beleid wordt ingevoerd," aldus de OESO. (Verslaggeving door Johan Ahlander; bewerking door Niklas Pollard en Toby Chopra)