Een goede vraag. Lang beschouwd als een overgangsbrandstof tussen steenkool en hernieuwbare energie, heeft aardgas zich in werkelijkheid gevestigd als de nieuwe pijler van de energiemix, dankzij de vele voordelen — vooral de overvloedige aanwezigheid en de lage kosten.

Omdat de waarde van een grondstof in de eerste plaats afhangt van zijn schaarste, zijn het juist deze voordelen die het zo onaantrekkelijk hebben gemaakt voor investeerders. In Noord-Amerika drukt de overproductie de prijzen al bijna twintig jaar — sinds de schaliegaswinning gemeengoed werd.

Op milieugebied heeft de overgang van steenkool naar aardgas de CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking in Noord-Amerika de afgelopen twee decennia met 30 % verminderd. In die periode is het aandeel van aardgas verdrievoudigd, terwijl het aandeel van steenkool in de elektriciteitsproductie is gehalveerd; de vervanging van het ene door het andere is hier duidelijk.

De trend zal zich voortzetten, aangezien 46 GW van de Noord-Amerikaanse steenkoolproductie tegen 2030 zal worden ontmanteld. Tegelijkertijd ontwikkelt het continent zijn LNG-infrastructuur om zijn binnenlandse gasproductie te exporteren. Deze zal tegen het einde van het decennium verdubbelen, van 12,5 naar 25 miljard kubieke voet per dag.

Supercomputing, datacenters, elektrische voertuigen en alle grote industriële trends van het moment wijzen op een sterke toename van de vraag naar gas. In de Verenigde Staten verbruikten datacenters in 2022 2,5 % van de nationale elektriciteitsproductie. Dit aandeel zal tegen het einde van het decennium verdrievoudigen, wat op zichzelf al tussen de 5 en 10 miljard kubieke voet per dag aan extra vraag vertegenwoordigt.

Voor een breder perspectief moeten deze marktontwikkelingen in Noord-Amerika worden vergeleken met die in China. Daar wordt voor 60 % van de elektriciteitsproductie nog steeds steenkool gebruikt. Een onthullend cijfer: vorig jaar werden er gemiddeld elke week vergunningen afgegeven voor twee nieuwe kolencentrales.

China is verantwoordelijk voor een derde van de wereldwijde CO2-uitstoot. De tweede bron van elektriciteitsproductie, waterkracht, neemt dramatisch af tijdens droogteperiodes — helaas steeds vaker voorkomend — terwijl de gigantische windmolenparken, per definitie, slechts met tussenpozen produceren.

De afhankelijkheid van China van steenkool blijft dus zorgwekkend. Dit verklaart grotendeels waarom de CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking daar sinds het begin van de eeuw is verdrievoudigd. Op termijn zou het land een proces van vervanging van steenkool door gas moeten starten, vergelijkbaar met dat in Noord-Amerika.

Het recente charmeoffensief van Xi Jinping richting de Golfstaten is waarschijnlijk niet vreemd aan deze strategische noodzaak.