De commissie in het door de Democraten gecontroleerde Huis van Afgevaardigden zei dat recente ontwikkelingen erop wezen dat zijn Trump Organization onjuiste financiële verklaringen kan hebben ingediend toen de regering het eigendom aan hem verhuurde voordat hij zich kandidaat stelde voor het presidentschap.
De afgevaardigden Carolyn Maloney en Gerald Connolly, de twee leidende Democraten in de House Committee on Oversight and Reform, schreven om de U.S. General Services Administration, de beheerder van het federale onroerend goed, te vragen te overwegen het huurcontract op te zeggen, in plaats van hem toe te staan het met winst te verkopen.
"Niemand mag beloond worden voor het verstrekken van onjuiste of misleidende informatie aan de federale regering of voor het streven winst te maken op het presidentschap," schreven zij.
Het hotel, op 1100 Pennsylvania Avenue bij het Witte Huis, werd tijdens zijn presidentschap een verzamelpunt voor aanhangers van Trump en sommige buitenlandse regeringsfunctionarissen, en een knelpunt voor critici die zeiden dat het in strijd was met de ethische wetten.
Het bedrijf van Trump heeft vorig jaar een deal gesloten om het geldverslindende hotel te verkopen aan de investeringsmaatschappij CGI Merchant Group uit Miami voor 375 miljoen dollar, wat hem een winst van 100 miljoen dollar zou kunnen opleveren, volgens berichten in de media.
De procureur-generaal van New York, Letitia James, beschuldigt Trump en zijn familie ervan een verkeerde voorstelling van zaken te geven over hun onroerend goed om bankleningen te krijgen en lagere belastingaanslagen te krijgen. Trump, een Republikein, beschuldigt James, een Democraat, van een politieke heksenjacht.
Het vroegere accountantskantoor van Trump, Mazars USA, zei deze maand dat het niet langer achter een decennium van financiële verklaringen kon staan en zei dat het de Trump Organization als klant liet vallen.
De commissie zei dat die ontwikkelingen twijfel zaaien over de juistheid van de financiële verklaringen die de Trump Organization heeft ingediend in 2010, toen zij het huurcontract aanvroeg, en in 2013, toen zij een bouwlening aanvroeg.
