De rente op staatsobligaties uit de eurozone bleef dinsdag stabiel in de aanloop naar de publicatie van de inflatiecijfers voor de hele eurozone, nadat de Franse inflatie iets warmer was dan verwacht en een dag nadat andere nationale gegevens erop wezen dat de kerninflatie blijft vertragen.

Het rendement op Duitse 10-jaars obligaties, de benchmark voor het blok van de eurozone, bleef onveranderd op 2,53%, na vorige week een hoogste stand van 2,65% in vijf maanden te hebben bereikt.

Dinsdag staat in het teken van de Europese inflatie. Uit Franse cijfers bleek dat de consumentenprijzen in april met 2,4% j-o-j zijn gestegen, meer dan de 2,2% stijging die analisten gepolst door Reuters hadden verwacht.

De Franse 10-jaars rente bleef onveranderd op 3,03%, na een stijging van ongeveer 1 basispunt na de cijfers.

De cijfers voor de hele eurozone worden verwacht om 0900 GMT. De Duitse inflatie steeg licht in april, zo bleek maandag uit cijfers, maar de kerninflatie, die de volatiele voedsel- en energieprijzen uitsluit, daalde van 3,3% in maart naar 3,0% in april.

Analisten zeiden dat de inflatiecijfers de marktverwachtingen dat de Europese Centrale Bank de rente tijdens haar vergadering in juni zal verlagen, niet zullen verstoren.

De 10-jaars rente van Italië stond 0,8 basispunt hoger op 3,83% en het verschil tussen Italiaanse en Duitse bunds nam met 1,2 basispunten toe tot 129 basispunten. (Verslaggeving door Alun John Bewerking door Ros Russell)