De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, zei eerder deze maand dat zij zou proberen de wetgeving voor een quotum van vrouwen in de raden van bestuur van EU-bedrijven, die sinds 2012 vastzit, te deblokkeren.

Volgens het voorstel moeten beursgenoteerde ondernemingen in het blok ten minste 40% van de niet-uitvoerende bestuurszetels met vrouwen vullen.

De vertegenwoordiging van vrouwen in raden van bestuur is met één procentpunt gestegen tot 35% in 2021, na een vergelijkbare stijging een jaar eerder, volgens de studie van de in Brussel gevestigde vereniging European Women on Boards (EWOB), die 668 Europese beursgenoteerde topbedrijven, opgenomen in de STOXX 600 index en nationale benchmarks, heeft geanalyseerd.

"Met het huidige tempo van de veranderingen zullen we er niet in slagen om in 2025 40% vrouwen in raden van bestuur te hebben," zei Rosa Kriesche-Kderli, voorzitter van onderzoek en communicatie bij EWOB.

Ook in topfuncties is de vooruitgang traag: in het tweede jaar van de pandemie was slechts 7% van de bedrijfsleiders vrouw, aldus de studie, na een sprong van 4,7% naar 6% tussen 2019 en 2020.

Het aantal bedrijven met een hoge score op de Gender Diversity Index (GDI) van EWOB steeg van 62 in 2020 tot 84.

De index definieert een hoge score als een indexstand van 0,8 en hoger, waarbij nul betekent dat er geen vrouwen in de raad van bestuur of in hogere managementfuncties zitten en 1 een vertegenwoordiging van 50% is.

Het Nederlandse chemiebedrijf DSM voerde de ranglijst aan met een score van 1, terwijl de Britse verzekeraar Admiral de sterkste jaarlijkse vooruitgang liet zien, met een sprong naar 0,94 van 0,6.

Frankrijk, Noorwegen en Groot-Brittannië voerden de landenranglijst aan met een GDI van ongeveer 0,7, terwijl Griekenland, Luxemburg, Zwitserland en Polen onderaan de lijst stonden.