De raad van bestuur van Alibaba Pictures Group Limited heeft de aandeelhouders van de Onderneming en potentiële investeerders geïnformeerd dat, op basis van haar voorlopige beoordeling van de niet-gecontroleerde geconsolideerde jaarrekening van de Groep en de informatie die op dit moment beschikbaar is voor de raad van bestuur, verwacht wordt dat de nettowinst toerekenbaar aan eigenaars van de Onderneming voor het boekjaar dat eindigt op 31 maart 2024 niet minder dan RMB 260 miljoen zal bedragen, vergeleken met het nettoverlies toerekenbaar aan eigenaars van de Onderneming van ongeveer RMB 291,1 miljoen voor het boekjaar dat eindigt op 31 maart 2023. Naar verwachting zal de totale omzet van de Groep voor het boekjaar 2024 met meer dan 40% stijgen ten opzichte van het boekjaar 2023. Als de Overname van Damai op 1 april 2022 of 2023 had plaatsgevonden, zou de aangepaste EBITA van de Groep voor het boekjaar 2024 niet minder dan RMB1.000 miljoen bedragen, wat een jaar-op-jaar stijging van meer dan 700% betekent.

De Raad van Bestuur is van mening dat de ommekeer van de Groep van nettoverlies naar nettowinst in vergelijking met boekjaar 2023 voornamelijk toe te schrijven is aan, onder andere, (i) een aanzienlijke jaar-op-jaar groei van het totale bioscoopbezoek op het Chinese vasteland, als gevolg van een robuust herstel van de offline amusementsbusiness voor boekjaar 2024; en (ii) een betere prestatie van de activiteiten van de Groep met een aanzienlijke jaar-op-jaar toename van het aantal kwaliteitsfilms dat gezamenlijk door de Groep geproduceerd en gedistribueerd wordt. De Raad van Bestuur is van mening dat de daling van de nettowinst voor de twaalf maanden eindigend op 31 maart 2024 in vergelijking met de nettowinst voor de zes maanden eindigend op 30 september 2023 voornamelijk toe te schrijven is aan, onder andere, (i) de voortdurende absorptie van relevante investeringskosten voor de tweede helft van het boekjaar 2024, gezien de voortdurende inzet van de Groep om te investeren in de contentbusiness van de Groep; en (ii) de voorziening voor bijzondere waardevermindering van bepaalde handelsvorderingen van de Groep uit voorzichtigheid.