U.S. District Judge Lewis Liman oordeelde woensdag dat een Thaise eenheid van EssilorLuxottica SA mag proberen te bewijzen dat JPMorgan een wet in New York heeft geschonden die commerciële contracten regelt en die terugbetaling van niet-geautoriseerde betalingsopdrachten vereist.

Essilor zei dat er waarschuwingssignalen van fraude waren, zoals overschrijvingen in hele dollarbedragen en via kleine banken naar onbekende entiteiten die verband houden met koffie, meubels en haarverzorging in plaats van de optische industrie.

Het bedrijf, gevestigd in de Parijse voorstad Charenton-le-Pont, heeft gezegd dat het niet in staat was om 100 miljoen dollar van de overschrijvingen, die in het vierde kwartaal van 2019 werden gedaan, terug te vorderen. Haar rechtszaak beoogt een niet nader omschreven schadevergoeding.

Liman verwierp in een besluit van 39 pagina's de bewering van JPMorgan dat de Essilor-eenheid de overdrachten had "geautoriseerd", omdat de bank voor elke overdracht twee goedkeuringen had ontvangen en bijgevolg de vereiste veiligheidsprocedures had gevolgd.

De rechter verwierp ook een vordering wegens contractbreuk, maar zei dat Essilor kan proberen deze nieuw leven in te blazen, en verwierp een vordering wegens nalatigheid omdat JPMorgan buiten zijn rekeningovereenkomst geen plicht had om te controleren en te voorkomen dat er te veel geld werd overgemaakt.

JPMorgan weigerde donderdag commentaar te geven. Essilor en haar advocaten reageerden niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar.

De zaak is Essilor International SAS et al v. JPMorgan Chase Bank NA, U.S. District Court, Southern District of New York, nr. 22-03361.