De Kamer betoogde, samen met de Computer and Communications Industry Association en Business Roundtable, dat de rechter van de arrondissementsrechtbank die de zaak behandelde, de zaak terecht had verworpen, omdat de staten te lang hadden gewacht om hun zaak in te dienen.

Rechter James Boasberg van de U.S. District Court for the District of Columbia heeft afgelopen juli de rechtszaak van de staten tegen Facebook verworpen, omdat zij volgens hem te lang hebben gewacht met het aanvechten van de overnames van Instagram en WhatsApp in respectievelijk 2012 en 2014.

Boasberg, die ook een door de U.S. Federal Trade Commission aangespannen rechtszaak verwierp, stond het bureau toe zijn klacht opnieuw in te dienen, maar deed dat niet voor de staten.

De groep, bestaande uit 46 staten, Guam en het District Columbia, voerde aan dat Boasberg ten onrechte had geoordeeld dat zij te lang hadden gewacht met het indienen van de rechtszaak en vroeg een hof van beroep om de zaak opnieuw in te dienen.

De bedrijfsorganisaties voerden verder aan dat de staten ongelijk hadden door te stellen dat Facebook de wet overtrad met uitsluitingsgedrag, door het uitvoeren van wat de staten een "koop-of-begraaf-strategie" noemden. De brief van de zakenorganisaties noemde dit standpunt "dubieus en gevaarlijk."