Wetgevers en landen van de Europese Unie zouden tegen eind juni een akkoord kunnen bereiken over voorgestelde tech-regels die online platforms dwingen het internet beter te controleren, ondanks verschillen in hun aanpak, zei de wetgever die de onderhandelingen leidt op maandag.

De Digital Services Act (DSA), voorgesteld door EU-antitrustchef Margrethe Vestager, dwingt Amazon.com Inc, Apple Inc, Alphabet Inc-eenheid Google en Facebook-eigenaar Meta meer te doen om illegale inhoud op hun platforms aan te pakken of boetes te krijgen die kunnen oplopen tot 6% van de wereldwijde omzet.

Het voorstel van Vestager, het eerste in zijn soort ter wereld, moet door de EU-landen en de wetgevers worden goedgekeurd voordat het wet kan worden.

"Ik ben optimistisch dat we voor eind juni een akkoord kunnen sluiten," zei wetgever Christel Schaldemose in een interview.

Haar opmerkingen kwamen vóór besprekingen met de Franse minister van Digitale Zaken Cedric O en EU-industriechef Thierry Breton op dinsdag, hun tweede ontmoeting over de kwestie. Een derde is gepland voor 15 maart.

Schaldemose zei dat de wetgevers de reikwijdte willen uitbreiden van wat onlineplatforms moeten doen, donkere patronen willen verbieden die mensen misleiden om online persoonsgegevens aan bedrijven te geven, en bedrijven gereguleerd willen blijven laten worden waar ze gevestigd zijn.

"Wij gaan in op de bedrijfsmodellen van platforms. De Raad is niet zo bereid om zo ver te gaan," zei zij, verwijzend naar het meningsverschil over dark patterns.

"De Raad wil het verbod alleen voor online-marktplaatsen. Het Parlement wil een verbod voor alle platforms."

Schaldemose zei dat landen als Ierland, waar Apple, Facebook en Google hun Europese hoofdkwartier hebben, en Luxemburg, waar Amazon gevestigd is, de bedrijven moeten blijven controleren volgens het principe van het "land van oorsprong".

"Wij blijven dichter bij het oorsprongslandbeginsel dan de Raad," zei ze, en ze voegde eraan toe dat de Europese Commissie ook een stem in het kapittel zou kunnen hebben, terwijl de EU-landen een grotere rol voor de uitvoerende macht van de EU willen.

De EU-wetgevers willen ook een verbod op gerichte reclame voor minderjarigen en ook op reclame die gebaseerd is op gevoelige gegevens zoals seksuele of politieke geaardheid, om te voldoen aan de privacyregels van het blok, terwijl de EU-landen collectief een minder streng standpunt hebben. (Verslaggeving door Foo Yun Chee; Redactie door Richard Chang en Jan Harvey)