Wereldwijde beleggers bleven hun posities in Chinese aandelen in januari afbouwen te midden van een aanhoudende routing op de aandelenmarkten, ondanks de lage waarderingen, zo blijkt uit gegevens van Morgan Stanley.

Aandelen uit China en Hong Kong zagen afgelopen maand een gezamenlijke netto-uitstroom van $2,6 miljard van actieve long-only managers, aldus het kwantitatieve onderzoeksteam van Morgan Stanley in een rapport dat deze week voor klanten is vrijgegeven.

Dat was minder dan de 3,8 miljard dollar aan netto-uitstroom in december, maar het onderstreept een van de belangrijkste factoren achter de sombere start van het nieuwe jaar voor de Chinese aandelenmarkten, die toezichthouders en andere beleidsmakers zorgen baart.

De Chinese blue-chip CSI 300 Index daalde in januari met 6%, terwijl de Hang Seng in Hongkong met 9% daalde. De Japanse Nikkei steeg daarentegen met 8% en de Amerikaanse S&P 500 steeg met 1,6%.

Door drie jaar van verliezen is China nu ook de goedkoopste markt ter wereld. De koers-winstverhouding van de CSI 300 is de helft van die in de VS en Japan.

Toch hebben het zwakke economische herstel in China en het gebrek aan zinvolle stimuleringsmaatregelen wereldwijde beleggers weggehouden.

De verkoop in januari werd voornamelijk gedreven door in Europa gevestigde fondsen die de vermindering van hun blootstelling aan China opvoerden, "om deze af te stemmen op het standpunt van hun Amerikaanse tegenhangers", aldus analisten van Morgan Stanley onder leiding van Gilbert Wong.

Fondsen gevestigd in de V.S. hebben echter het verder dumpen van Chinese aandelen gepauzeerd, aldus de notitie. De rest van de uitstroom tijdens de maand was voornamelijk het gevolg van aflossingen door beleggers, aldus de notitie.

Ondertussen zetten actieve managers met posities in China hun rotatie van waardeaandelen naar groeiaandelen voort, door in januari elektrische auto-, media- en internetbedrijven toe te voegen, aldus analisten van Morgan Stanley.

De Chinese aandelen die het zwaar te verduren hadden, boekten dinsdag hun grootste eendaagse winst in twee jaar en de yuan steeg na een reeks signalen dat de autoriteiten hun vastberadenheid om de inzakkende markten te steunen, versterken.

Maar sommige analisten zeiden dat het enige dat de opleving van de markt leek te ondersteunen, het kopen door staatsbeleggers was, ook wel het "nationale team" genoemd, en niet een plotselinge ommekeer in het sombere beleggerssentiment, met weinig tekenen dat beleidsmakers snel actie zouden ondernemen om onderliggende structurele economische problemen aan te pakken, zoals een zwakke vraag en deflatoire druk.