Scape Technologies, het Deense Technologische Instituut en AMT hebben zich aangesloten bij een nieuw EUROSTARS-project: Just in Time 3D Printing Productie - Volledig geautomatiseerde oplossing in één systeem. 3D printen is een digitale productietechnologie, wat betekent dat een groot deel van het productieproces online wordt beheerd. De afwerking van de geprinte onderdelen kent echter nog enkele handmatige processtappen.

Het Deense bedrijf Scape Technologies, het Deense Technologische Instituut en het Britse bedrijf AMT zullen op dit gebied samenwerken en proberen om deze te automatiseren in een nieuw, door de EU gesteund project. Het proces van Additive Manufacturing voor het maken van 3D-objecten: Additive Manufacturing is het proces van het maken van een 3D-object door het laag voor laag op te bouwen en het gebruikt computerondersteunde ontwerpsoftware (CAD) of 3D-objectscanners om hardware te sturen om materiaal laag na laag in precieze geometrische vormen te deponeren. Zoals de naam al aangeeft, voegt additive manufacturing materiaal toe om een object te maken.

Hoewel de termen "3D printen" en "rapid prototyping" terloops gebruikt worden om additieve vervaardiging te bespreken, is elk proces een onderdeel van additieve vervaardiging. Momenteel gebruikt de industrie nabewerkingsmethoden die arbeidsintensief, stoffig, energie-inefficiënt en milieuvervuilend zijn. Dit laatste is vooral problematisch omdat de huidige gladstrijkmethodes als bijproduct met microvezels vervuild plastic water produceren.

Dit zijn op mechanisch contact gebaseerde methoden die materiaal van de onderdelen verwijderen, wat resulteert in verlies van nauwkeurigheid, fijne kenmerken en degradatie van de eigenschappen van onderdelen, terwijl de oppervlakken poreus en niet afgedicht blijven. Daarom zijn er volop mogelijkheden om het volledige proces in één systeem te automatiseren. Industriële 3D Printing productie, verwerking en afwerking in één volledig geautomatiseerd systeem: In de afgelopen jaren heeft het Deense Technologische Instituut (DTI) in Aarhus, Denemarken, een complete installatie opgezet voor industriële 3D printproductie in zowel metaal als kunststof.

Deze opstelling omvat zowel de digitale processen die aan het printen voorafgaan, het 3D printproces zelf en de nabewerkingsstappen die de geprinte onderdelen afwerken. Juist het afwerken van de geprinte onderdelen is iets dat voornamelijk handmatige handelingen vereist. DTI gaat nu proberen om deze processen te automatiseren in een nieuw door de EU gesteund project genaamd DMS Nextgen.

Het project zal een systeem ontwikkelen dat de volledige 3D geprinte bouwopdracht onmiddellijk na het printproces kan overnemen en alle nabewerkingen kan uitvoeren, d.w.z. koelen en uitpakken, stralen van de onderdelen en tot slot het verzegelen van het oppervlak. Het plan is om voor dit systeem een transportband en robot(s) te gebruiken om de onderdelen tussen de verschillende processtappen te verplaatsen. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met het Deense softwareautomatiseringsbedrijf Scape Technologies, dat gespecialiseerd is in gerobotiseerde geautomatiseerde materiaalverwerking - bekend als bin-picking.

In dit project zal Scape Technologies zorgen voor visuele herkenning, grijptechnieken en de ontwikkeling van robotpadplanning om de 3D-geprinte voorwerpen te transporteren tussen de modules van de ontpoederingsmachine, de gladstrijkmachine en de laatste fase van de inspectie en sortering van de voorwerpen. Het bedrijf Additive Manufacturing Technologies (AMT) uit Sheffield (Verenigd Koninkrijk) zal apparatuur maken voor de nabewerking van 3D-geprinte onderdelen. Aan het einde van het project wordt het hele systeem geïntegreerd, en het in het project ontwikkelde demosysteem wordt vervolgens bij het DTI geplaatst.

Over het DMS Nextgen project: DMS Nextgen is een Eurostars project met een totaal budget van iets minder dan EUR 1,1 miljoen. Eurostars maakt deel uit van het Eureka-netwerk dat medegefinancierd wordt door de Europese Unie via Horizon Europe. In Denemarken wordt het project gefinancierd door het Deense Innovatiefonds. Het project loopt van januari 2024 tot september 2025.

De projectpartners zijn het Deens Technologisch Instituut, AMT en Scape Technologies A/S.