Stellantis, met merken als Vauxhall, Peugeot, Citroen en Fiat, had toegezegd om elektrische voertuigen in het VK te maken, maar zei dat het niet langer in staat was om aan de handelsregels van Brexit te voldoen over waar onderdelen vandaan komen, aldus het rapport.

De autofabrikant drong er bij de regering op aan om tot een overeenkomst te komen met de Europese Unie over het behoud van de huidige regels tot 2027, of anders "zou de handel tussen het VK en de EU onderworpen worden aan tarieven van 10%", aldus de BBC volgens Stellantis.

Stellantis zei dat zijn investeringen in het VK gebaseerd waren op het voldoen aan de strenge voorwaarden van de post-Brexit vrijhandelsovereenkomst, waarbij het verwees naar een bijdrage aan een onderzoek van het Lagerhuis naar de productie van elektrische auto's, aldus het rapport zonder te vermelden wanneer de uitspraken werden gedaan.

Stellantis reageerde niet onmiddellijk op een verzoek van Reuters om commentaar.

Volgens de handelsovereenkomst, die in 2024 van start gaat, moet 45% van de waarde van EV's afkomstig zijn uit de EU of het VK om in aanmerking te komen voor handel zonder tarieven, aldus de BBC.

In de verklaring van Stellantis staat dat niet-concurrerende kosten voor elektrische voertuigen zullen betekenen dat "fabrikanten niet zullen blijven investeren" en "productieactiviteiten buiten het VK zullen verplaatsen", aldus het rapport.

Carlos Tavares, Chief Executive van Stellantis, zei eerder dit jaar dat de Britse auto-industrie "in de problemen" zou komen zonder in het VK geproduceerde batterijen, meldde Reuters.