Het U.S. Environmental Protection Agency heeft het Witte Huis gevraagd om een regel goed te keuren die het mogelijk maakt om de verkoop van benzine met een hoger ethanolgehalte in bepaalde staten in het Midwesten uit te breiden, nadat gouverneurs van die staten daarom hadden gevraagd.

Het verzoek was vastgelopen nadat de olie-industrie de regering Biden had gewaarschuwd dat het toestaan van E15, of benzine met 15% ethanol, in bepaalde staten zou leiden tot problemen met de toeleveringsketen en daardoor tot hogere benzineprijzen.

Inflatie en de gezondheid van de economie zijn belangrijke zwakke punten voor het herverkiezingsbod van president Joe Biden in 2024.

De EPA stelde in maart voor om E15 het hele jaar door te verkopen in Illinois, Iowa, Minnesota, Missouri, Nebraska, Ohio, South Dakota en Wisconsin, nadat de staten hiertoe een verzoek hadden ingediend. Maandag laat werd het voorstel, met een ingangsdatum voor alle staten van 28 april 2024, ter beoordeling naar het Witte Huis gestuurd.

Ethanol, een in eigen land geproduceerde alternatieve brandstof die meestal uit maïs wordt gemaakt, is per volume goedkoper dan benzine. Door er meer van aan de brandstofmix toe te voegen, kunnen de prijzen ook dalen doordat het totale aanbod toeneemt.

Maar de Amerikaanse overheid beperkt de verkoop van E15-benzine in de zomermaanden vanwege milieubezwaren over smog.

De ethanolindustrie heeft jarenlang aangedrongen op het opheffen van de beperkingen op de verkoop van E15 in het hele land, met het argument dat de milieueffecten overdreven zijn.

Ondertussen hebben olieraffinaderijen, waaronder HF Sinclair Corp en Phillips 66, gewaarschuwd dat een versnipperde aanpak van de goedkeuring van de verkoop van E15 de logistiek van de brandstoftoevoer zou bemoeilijken en het risico op tekorten zou verhogen.

Ethanolgroepen zeggen dat ze de voorkeur geven aan een landelijke wetgevende oplossing om de verkoop van E15 uit te breiden, in plaats van de regionale aanpak. (Verslaggeving door Stephanie Kelly; Bewerking door Paul Simao)