De belangrijkste aandelenindex van Spanje sloot donderdag vrijwel onveranderd nadat de Europese Centrale Bank de leenkosten verhoogde naar het hoogste niveau in 22 jaar naar 3,5% en de deur open liet voor meer verhogingen.

Beleggers keken ook nauwlettend naar de opwaartse bijstelling door de ECB van haar inflatieverwachting voor de komende drie jaar, waarin ze zei te verwachten dat de prijsgroei tot eind 2025 boven haar doelstelling van 2% zal blijven.

"Dit is een beperkende verrassing, omdat de inflatieverwachtingen meer naar boven werden bijgesteld dan verwacht, vooral voor de kerninflatie. Dat duidt op een verdere aanscherping van de vooruitzichten van de ECB", aldus Sebastian Vismara, macro-econoom en wereldwijd strateeg bij BNY Mellon investment management in Londen.

Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan waren de markten nog steeds bezig met het verwerken van de beslissing van de Federal Reserve om de rente ongewijzigd te laten, maar de deur open te houden voor verdere verhogingen dit jaar.

De dag werd ook gekenmerkt door de publicatie van een reeks macro-economische gegevens in de VS, waarbij de detailhandelsverkopen in mei onverwacht stegen en de eerste aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen van de overheid stabiel bleven op een voor seizoeninvloeden gecorrigeerde basis.

De Spaanse Ibex-35 sloot donderdag 2,00 punten lager, 0,02% lager op 9.430,80 punten, terwijl de FTSE Eurofirst 300 index van grote Europese aandelen 0,07% verloor.

In de bankensector verloor Santander 1,72%, BBVA daalde 0,62%, Caixabank steeg 0,98%, Sabadell daalde 1,72% en Bankinter daalde 0,38%.

Onder de grote niet-financiële aandelen steeg Telefónica 0,61%, Inditex steeg 1,29%, Iberdrola steeg 0,17%, Cellnex daalde 0,19% en oliemaatschappij Repsol steeg 0,18%.

(Verslaggeving door Benjamín Mejías Valencia; aanvullende rapportage door Gertrude Chávez-Dreyfuss; bewerkt door Juana Casas)