Vertegenwoordigers van het Europees Parlement en de Raad, de groepering van EU-landen, bereikten begin dinsdag een akkoord over het anti-coercion instrument (ACI).

Het voorstel is bedoeld om te voorkomen dat geopolitieke spanningen overslaan op de handel. EU-leden hebben de regering van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump en China ervan beschuldigd dat ze handel als politiek instrument gebruiken.

Voorstanders noemen als voorbeeld de Chinese handelspraktijken tegen Litouwen nadat dat land Taiwan de facto een ambassade liet vestigen.

De EU zegt dat Beijing zijn export blokkeerde en bedrijven onder druk zette om Litouwse inhoud uit toeleveringsketens te verwijderen wanneer ze naar China exporteerden.

De EU daagt China hierover voor de Wereldhandelsorganisatie, maar het kan meer dan een jaar duren voordat dergelijke zaken zijn opgelost.

Onder het ACI zou de EU bepalen of de economische maatregel van een derde land bedoeld was om de EU of een van haar leden te dwingen om het beleid te veranderen.

Als de dialoog mislukt, kan het blok beperkingen opleggen, zoals hogere invoertarieven of beperkte toegang tot openbare aanbestedingen van de EU.

Sommige EU-landen stonden sceptisch tegenover de maatregel omdat ze vreesden dat deze protectionistisch zou kunnen zijn en tot handelsoorlogen zou kunnen leiden.