De onveiligheid is het afgelopen jaar sterk toegenomen in het onstabiele oosten van Congo, deels door de wederopstanding van de M23, een rebellengroep die beweert de belangen van etnische Tutsi's te vertegenwoordigen en die grote delen van de provincie Noord-Kivu in Congo in handen heeft.

Het conflict heeft een diplomatieke crisis ontketend tussen Congo en buurland Rwanda, dat Kinshasa ervan beschuldigt de rebellen te steunen, onder andere door zijn eigen troepen naar Oost-Congo te sturen. Rwanda ontkent elke betrokkenheid.

Vorig jaar bemiddelde de Angolese president Joao Lourenco bij gesprekken tussen de Congolese president Felix Tshisekedi en zijn Rwandese ambtgenoot Paul Kagame, die overeenkwamen om de spanningen te laten afnemen, maar een afgekondigd staakt-het-vuren hield geen stand.

Angolese wetgevers die vrijdag bij de stemming aanwezig waren, stemden unaniem in met een eenjarige inzet van troepen in de oostelijke provincies van Congo.

De staatsminister Francisco Furtado zei eerder deze week dat de inzet Angola 11,2 miljard kwanzas ($22,30 miljoen) zou kunnen kosten, maar dat het land verwacht bijdragen te ontvangen van internationale organisaties, waaronder de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties.

De minister van Buitenlandse Zaken van Congo, Christophe Lutundula, zei maandag dat Angola van plan was om troepen te sturen, niet om aan te vallen maar om te helpen de vrede te bewaren.

Kenia, Oeganda en Burundi hebben het afgelopen jaar ook troepen naar Oost-Congo gestuurd als onderdeel van een Oost-Afrikaanse regionale troepenmacht die een einde moet maken aan het geweld van milities.

($1 = 502,2000 kwanzas)