Kanu's broer Kingsey Kanu spande een rechtszaak aan tegen het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken over de vermeende weigering om te erkennen dat Nnamdi Kanu, die de Nigeriaanse en Britse nationaliteit heeft, het slachtoffer was van een buitengewone uitlevering van Kenia naar Nigeria in juni 2021.
De advocaten van Kingsley Kanu voerden aan dat het ministerie van Buitenlandse Zaken tot een definitief standpunt moest komen over de vraag of zijn broer het slachtoffer was van buitengewone uitlevering, om goed te kunnen beoordelen welke stappen er genomen moeten worden om Kanu te helpen.
Rechter Jonathan Swift verwierp de zaak in een schriftelijke uitspraak op donderdag, waarin hij zei dat de beslissing van het ministerie van Buitenlandse Zaken om geen duidelijk standpunt in te nemen over Kanu's behandeling, privé of publiekelijk, een zaak voor de regering was.
De rechter voegde er echter aan toe dat de aanpak van de Britse regering nu ook zal worden bepaald door een uitspraak van het Nigeriaanse Hof van Beroep op 13 oktober, waarin werd vastgesteld dat Kanu onwettig was ontvoerd en aan Nigeria was uitgeleverd.
Het Hof van Beroep van Nigeria liet ook zeven aanklachten wegens terrorisme tegen Kanu vallen, die in afwachting van een beroep tegen die beslissing door de Nigeriaanse regering in hechtenis blijft.
Het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken en de advocaten van Kingsley Kanu reageerden niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar.
Kanu richtte de Indigenous People of Biafra (IPOB) op om aan te dringen op afscheiding van het thuisland van de etnische groep Igbo, dat een deel van het zuidoosten van Nigeria beslaat.
De autoriteiten beschouwen IPOB als een terroristische groepering en hebben de organisatie in 2017 verboden. IPOB zegt onafhankelijkheid te willen bereiken met geweldloze middelen.
De regio probeerde zich in 1967 af te scheiden van Nigeria onder de naam Republiek Biafra, wat leidde tot een drie jaar durende burgeroorlog waarin meer dan een miljoen mensen stierven, voornamelijk door honger.
