De ECB stopte eerder dit jaar met het aankopen van nieuwe obligaties in het kader van het PEPP en zei dat ze "flexibiliteit" zou betrachten bij het herinvesteren van geld uit vervallende schulden, waardoor ze individuele leden van de eurozone zou kunnen helpen als hun leenkosten te veel zouden stijgen.

De ECB gebruikte deze flexibiliteit in de zomer om de Italiaanse schuldenmarkt te ondersteunen toen de rendementen de pan uit rezen, maar lijkt sindsdien een stapje terug te doen nu de Italiaanse leenkosten stabiliseren.

De ECB verlaagde haar PEPP-bezit van Spaans schuldpapier met 1,4 miljard euro in oktober en november samen en verminderde haar Italiaanse obligatiebezit met 794 miljoen euro en dat van Portugal met 1,1 miljard euro, aldus de ECB in de bekendmaking.

De spread tussen de 10-jaars Duitse en Italiaanse obligatierente, die door beleidsmakers in de gaten wordt gehouden, is gekrompen tot 187 basispunten van meer dan 260 basispunten na de Italiaanse verkiezingen in september, wat duidt op een groeiend vertrouwen in de nieuwe regering.

De ECB verhoogde haar bezit aan Duitse schuld in oktober en november het meest, met 2,6 miljard euro, en voegde 1,7 miljard euro aan obligaties uitgegeven door Nederland toe.

Alle aflopende schuld die wordt aangehouden onder de PEPP van 1,7 biljoen euro zal ten minste tot 2024 worden herbelegd, aldus de ECB.

Verwacht wordt dat de ECB volgend jaar zal beginnen met het afbouwen van haar oudere en grotere Asset Purchase Programme door sommige, maar niet alle obligaties die onder de 3,3 biljoen euro regeling zijn gekocht, te laten aflopen zonder dat de opbrengsten opnieuw worden geïnvesteerd.