De PNR-richtlijn (Passenger Name Record), die in 2016 werd aangenomen, geeft politie en justitie toegang tot passagiersgegevens van vluchten van en naar de EU om ernstige misdrijven te voorkomen.

De richtlijn heeft kritiek uitgelokt van rechtengroeperingen, waaronder de Belgische LDH, die in 2017 een binnenlandse rechtbank vroeg om de richtlijn nietig te verklaren wegens schending van de privacy- en gegevensbeschermingsnormen.

De rechtbank heeft het Hof van Justitie van de EU om advies gevraagd, en de advocaat-generaal van het Hof, Giovanni Pitruzzella, zei op donderdag dat de PNR in overeenstemming was met de gegevensbeschermingswetgeving van het blok.

Hij zei dat er voldoende waarborgen waren om de veiligheid en vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen, maar voegde eraan toe dat de autoriteiten die informatie alleen zouden mogen bewaren als er een verband kan worden gelegd met de strijd tegen terrorisme of andere ernstige misdaden, en dan alleen voor vijf jaar.

Het HvJEU, dat vier van de vijf van dergelijke niet-bindende adviezen opvolgt, zal ergens in de komende maanden uitspraak doen.