De vertraging weerspiegelt de krimpende vraag in het kader van de pandemie-reliëfregeling van de Bank of Japan, die in 2020 in het leven werd geroepen om de door de crisis veroorzaakte financieringsproblemen te verlichten. Dit kan de centrale bank ertoe aanzetten de regeling, die eind deze maand afloopt, volgens plan te beëindigen.

Tijdens de volgende vergadering van de BOJ op 21-22 september zal worden beslist of de regeling wordt beëindigd of dat de termijn wordt verlengd.

Het gemiddelde saldo van de monetaire basis steeg in augustus met 0,4% ten opzichte van een jaar eerder tot 659,7 biljoen yen ($ 4,71 biljoen), een sterke vertraging ten opzichte van een stijging met 2,8% in juli, zo bleek uit de gegevens van de BOJ. Het was de kleinste jaar-op-jaar stijging sinds april 2012.

De monetaire basis zal in de komende maanden waarschijnlijk een daling op jaarbasis vertonen, omdat de fondsen die in het kader van de regeling van de BOJ worden aangeboden, de laatste tijd zijn afgenomen als gevolg van het herstel van de economie.

Sommige analisten zeggen dat een dergelijke daling in strijd zou zijn met de belofte van de BOJ om het saldo van de monetaire basis te blijven verhogen totdat de inflatie "stabiel" boven haar streefcijfer van 2% uitkomt.

De BOJ richt zich momenteel op de rentevoeten, niet op het tempo waarin geld wordt bijgedrukt. Maar de belofte over de monetaire basis was opgenomen in haar beleidsrichtsnoeren om haar vastbeslotenheid te versterken om haar massale stimuleringsprogramma ter ondersteuning van de economie te handhaven.

De Japanse kerninflatie van de consumptie bedroeg in juli vier maanden op rij meer dan 2%. Maar BOJ-gouverneur Haruhiko Kuroda heeft gezegd dat de inflatie het streefcijfer van de centrale bank nog niet op een "duurzame, stabiele" basis heeft bereikt, omdat de recente prijsstijgingen vooral te wijten waren aan de stijgende brandstofkosten en niet zozeer aan een robuuste vraag.

($1 = 139,9400 yen)