Het hoogste gerechtshof van North Dakota zal het abortusverbod van de staat niet herroepen

Het Hooggerechtshof van North Dakota heeft donderdag geweigerd een streng abortusverbod, dat eerder door een lagere rechtbank was geblokkeerd, nieuw leven in te blazen, door te oordelen dat het verbod in strijd is met het recht op abortus volgens de grondwet van de staat als het nodig is om het leven of de gezondheid van de moeder te beschermen.

De uitspraak betekent dat abortus voorlopig legaal blijft in North Dakota.

Het kantoor van procureur-generaal Drew Wrigley van North Dakota, die het verbod opnieuw wilde invoeren, gaf niet onmiddellijk commentaar.

"Vandaag heeft de rechtbank terecht voorkomen dat een van de meest extreme wetten in het land van kracht wordt en dat North Dakotans hun reproductieve vrijheid wordt ontnomen", aldus Nancy Northup, voorzitter van het Center for Reproductive Rights, dat het verbod namens abortusaanbieders heeft aangevochten.

Het bijna totale abortusverbod van North Dakota zou het mogelijk maken een arts te vervolgen voor het uitvoeren van een abortus, zelfs om het leven van de moeder te redden. Om niet te worden veroordeeld, zou de arts tijdens het proces moeten bewijzen dat de abortus noodzakelijk was om het leven of de gezondheid van de moeder te redden.

Het verbod werd in 2007 aangenomen als een zogenaamde "trigger law", die in werking zou treden als het Amerikaanse Hooggerechtshof zijn historische uitspraak Roe v. Wade, die het recht op abortus in het hele land garandeert, zou herroepen. Het Hooggerechtshof deed dat afgelopen juni.

De abortusaanbieders klaagden de staat de maand daarop aan met het argument dat de wet in strijd was met het recht van North Dakotans op leven, vrijheid en het nastreven van veiligheid en geluk. Een staatsrechtbank heeft de wet vorig jaar geblokkeerd, omdat de aanbieders een goede kans van slagen hadden.

Het Hooggerechtshof was het daarmee eens en verwierp het verzoek van Wrigley om de wet nieuw leven in te blazen, terwijl de zaak ten gronde wordt behandeld in de lagere rechtbank. Opperrechter Jon Jensen schreef voor het hof dat de rechten die door de staatsgrondwet worden gegarandeerd "impliciet het recht omvatten om een abortus te ondergaan om het leven of de gezondheid van de vrouw te beschermen".

Volgens het Guttmacher Institute, een onderzoeksorganisatie die zich inzet voor abortusrechten, handhaven twaalf staten momenteel het abortusverbod dat is uitgevaardigd sinds het Hooggerechtshof vorig jaar Roe v. Wade terugdraaide.